Ik kijk altijd uit naar de maand juli. De barbecue kan bovengehaald worden, de dagen zijn extra lang, het water lekker warm en de duiken lopen vaak uit tot twee uur en langer. Gisteren was zo'n dagje waar al deze elementen samenvielen. Ook de dertig graden moesten we erbij nemen, wat een extra reden gaf om nog langer in het water te liggen. Bij Sint-Annaland zag ik leuke grondeltjes en de Bruine plooislakken zijn er al de ganse maand te vinden. De Zwarte grondels zijn nog steeds druk bezig om hun eieren af te zetten. op onderstaande foto zie je de eitjes die door het vrouwtje in een lege oester afgezet zijn. Ze worden zowel door het vrouwtje als het mannetje bewaakt en regelmatig schoongemaakt. Bij de eieren van de Zeekatten oftewel Sepia's kwam ik weer enkele bijzondere exemplaren tegen. De vrouwtjes leggen een laagje inkt rond hun eieren wanneer ze deze afzetten, maar soms gebeurt het dat de inkt op is en dan kan je het foetusje binnenin zien zitten. Ik vind dit altijd een bijzonder fenomeen en daarom bleef ik er geruime tijd fotograferen en probeerde ik het licht van mijn flitser langs achter te plaatsen. Zo kan je de transparantie van het eitje beter zien. Ik kon ook een pasgeboren zeekat fotograferen. Zo klein had ik ze nog nooit gezien. Op onderstaande foto zie je al duidelijk het kalkskelet zitten bij het nog half transparante diertje. Juli is ook de tijd dat je overal garnalen onder de waterspiegel tegenkomt. Ik heb me dan ook al flink geamuseerd met ze te fotograferen. Vooral de Veranderlijke steurgarnaaltjes zijn een uitdaging voor mijn sterk achteruitgaande ogen. Zij herinneren me er steeds aan dat ik dringend een afspraak bij de oogarts moet maken. Bij de kleinste exemplaren zie ik vaak pas achteraf op het computerscherm dat ze zwanger zijn. Ze zijn dan ook vaak kleiner dan één centimeter. Gisteren vond ik er zelfs vijf bij mekaar in allemaal verschillende kleuren. Het bijzonderste exemplaar was onderstaande (bijna) zwarte garnaaltje. Die zat verborgen tussen de sepia eitjes en had zich prima gecamoufleerd. Ik moest flink overbelichten om het diertje op de foto te laten uitkomen, want zwart op zwart is moeilijk te zien.
0 Comments
Onlangs behaalde ik de eerste prijs in de onderwaterfotografiewedstrijd georganiseerd door Sub Ocean Services in Oud-Vossemeer. Het thema was "tijdloze Oosterschelde". De foto's werden door het publiek beoordeeld tijdens de havenfeesten in Tholen. Deze week mocht ik mijn splinternieuwe 12 liter duikfles van Koos in ontvangst nemen. Daarbovenop kreeg ik nog een gratis vulkaart voor één jaar. Bedankt Sub Ocean Services!
http://subocean.nl/ De zomer is aangebroken en net als de vorige jaren keek ik er naar uit om nog eens tussen mijn favoriete water-bloemen te liggen. Door de overvloedige regen van de afgelopen maand was de zichtbaarheid niet optimaal. Maar zelfs met een beperkte zichtbaarheid was het mogelijk om toch enkele geslaagde onderwateropnames te maken. Wanneer je met een groothoeklens onder water recht naar boven richt krijg je een fenomeen dat Snell's window heet. Je kijkt als het ware door een rond venster naar de wereld boven water. Bij de waterlelies vond ik het moment geschikt om dit toe te passen. Daarna was het tijd om enkele half-half opnames te maken. Het moment was uitstekend, want de blauwe lucht met witte wolken was het ideale decor om de bovenste helft van de foto te sieren. Waterlelies fotograferen blijft een aparte bezigheid. Het is een combinatie tussen duiken en snorkelen want alles speelt zich dicht tegen de oppervlakte af. De voldoening die ik er uit haal doet me jaar na jaar terugkeren naar deze prachtige plek.
Meer foto's vind je hier. Op de sociale media in het duikerswereldje staan al weken vele afbeeldingen van zeepaardjes die recent gefotografeerd zijn bij de Zeelandbrug. Ik kon dus niet achterblijven en nam afgelopen dinsdag een poging om mee te doen aan de huidige trend. Een beetje met gemengde gevoelens weliswaar, want als zoiets bekend gemaakt wordt en de vindplaats vrij wordt gegeven, dan komen daar een massa pottenkijkers op af. Spijtig genoeg kan men dan de vraag stellen of dat dan nog wel gezond is voor zo'n diertje om massaal belaagd te worden door een horde kijklustigen die niet altijd omzichtig te werk gaan. Ik besloot dan ook om ruim een uur voor de kentering het water in te springen in de hoop dat ik wat tijd alleen kon doorbrengen met dit prachtig diertje. Het was even zoeken tussen de sepia stokken, maar na een tijdje had ik er dan toch eentje gespot. Om geen stof te maken legde ik mezelf tegen de stroming in. De zichtbaarheid viel goed mee en het diertje zwom van de ene tak naar de andere. Geduldig wachtte ik af tot ik de kans kreeg om enkele foto's te maken. Dat was niet altijd mogelijk omdat het zeepaardje bij het minste licht zijn rug naar me keerde. Ze houden er namelijk niet van om in de schijnwerpers te staan. Na een goed half uurtje was het gedaan met de pret. Er waren andere duikers in aantocht en die ploften zich vlak naast mij neer. Ik kon nog net op tijd mijn toestel wegtrekken want ze hadden haast en er moest van heel dichtbij gefilmd worden. Nog geen minuut later landden er twee duikers langs de andere kant naast me. Het werd stilaan druk en ik besloot de anderen de kans te geven om hun gang te gaan. Ondertussen was er trouwens al heel wat stof opgeworpen. Ik keerde nog twee keer terug om te kijken of er nog duikers waren. Dat was het geval en ik kreeg stilaan medelijden met het populaire zeepaardje dat te lijden had onder de vele aandacht van de bewonderende duikers. Ik kan natuurlijk begrijpen dat elke duiker zo'n zeepaardje in het echt wil zien, maar ik denk dat het voor het welzijn van het diertje niet goed is als het overal op de sociale media opduikt. Tenminste niet op het moment dat het er nog zit. Ik zal er in de toekomst voor mezelf op waken dat ik aan deze huidige trend dus niet mee zal doen.
Onlangs ben ik nog eens gaan duiken bij Sint-Annaland. Dat was eventjes geleden. De dijkwerken in de haven en ter hoogte van het strandje zijn nu voltooid en er mag terug gedoken worden. In de haven, langs de kant van het strand, zijn er wat minder parkeerplaatsen dan voorheen. Dat wordt dus drummen in het weekend. Ik heb echter vernomen dat er een tweede "duikers" parking gaat komen, die iets verderop zal liggen, ter hoogte van de nieuwe trap. Het strandje lijkt ook wat kleiner dan voorheen te zijn, maar het ziet er wel mooi uit. Onder de waterspiegel leek alles zoals voorheen. Sint-Annaland is nog steeds één van de mooiste duikplekken die ik ken in de Oosterschelde. Al gauw kwam ik heel wat eitjes tegen van de Bruine plooislakken. Het was wat zoeken, maar eventjes later zag ik ook de slakken zelf die nog volop bezig waren om hun eitjes af te zetten. Het tweede dat me opviel was het aantal zeenaalden. Die waren alom tegenwoordig. Het gebeurt niet vaak dat ik op één duik zoveel familieleden van het zeepaardje zie. Dit exemplaar trachtte zich te verstoppen tussen Geweisponzen. Meestal zwemmen ze tegen de bodem op zoek naar voedsel. Op onderstaande foto zie je een zeenaald die een lifter op de rug meeheeft. Eén of ander vlokreeftje? Hooiwagenkrabben en Heremietkreeftjes heb ik al heel veel gefotografeerd en ze blijven me nog steeds boeien. Ieder exemplaar ziet er anders uit, of heeft zich een andere vorm van camouflage aangemeten. Wanneer je ze behoedzaam benadert laten ze zich ook makkelijk fotograferen. Bij vissen is dat wat anders. Grondels hebben zo de eigenschap om net als je de sluiterknop wil indrukken, weg te vluchten. Een vervelende gewoonte! Deze bleef toch eventjes zitten. Sint-Annaland is dus nog steeds een fijne duikstek waar het goed vertoeven is. Vooral de stroming die met laag water meestal mild is en het uitbundige onderwaterleven, maakt het voor onderwaterfotografen een waar paradijs.
Meer foto's vind je hier. Gisteren ben ik voor het Open Belgisch Kampioenschap onderwaterfotografie naar de steengroeve in Vodelée gaan duiken. Ik was er wel al eens geweest, maar dat is ondertussen al vele jaren geleden. Ik duik inmiddels al 23 jaar. Van collega fotografen die zaterdag al ter plaatse hadden gedoken, hoorde ik dat de zichtbaarheid niet geweldig was. Toch had ik de fisheye-lens opstaan omdat de beste kansen voor groothoekfotografie zich toch meestal 's ochtends voordoen. Mijn plan was om eerst naar de tank te gaan en daar foto's te maken met model. Ik had op internet enkele leuke filmpje gezien en dacht dat het wel mogelijk was om binnenin de tank foto's te maken. Ik had Erwin, mijn mededuiker en model, op de hoogte gebracht van mijn plannen om ervoor te zorgen dat we er niet teveel tijd zouden mee verliezen. Wat ik echter niet van tevoren wist, was dat de opening langs mijn zijde veel kleiner was om door te geraken. Na wat wringen en op mijn zij te gaan liggen kon ik er toch door geraken terwijl Erwin vlotjes van de andere kant binnenzwom. Het is daar écht krap binnenin en ik denk dat mijn voeten nog buiten lagen, maar daar kreeg ik het beeld voor ogen dat ik wou nemen. Nu was het enkel nog kwestie van mijn model op de juiste plek te krijgen. Om het geheel wat meer sfeer te geven had ik hem een rode duiklamp gegeven. O ja, nog vergeten te zeggen, op het dak had ik twee slaveflitsers geplaatst zodat er licht naar binnenkon door de gaten. Veel daglicht hadden we daar niet want we zaten toch wel op een diepte van elf meter. Op voorgaande foto zie je daar weinig van en dat zag ik ook op mijn LCD schermpje. Daarom nam ik een kortere sluitertijd, kleinere diafragmaopening en dimde ik mijn vaste flitsers wat meer. De ISO stond inmiddels op 800 want er viel heel weinig licht binnen. Dat maakte het lastig om een andere pose aan het model te vragen. Toch begreep Erwin me en volgde hij de bevelen bijna blindelings op. Stilaan begon het zweefvuil echter te veel op te dwarrelen en moesten we de tank verlaten. Tijdens de tweede duik vonden we nog enkel andere onderwerpen zoals deze snoek, die de wacht hield bij een klein wrakje. Erwin had inmiddels zijn rebreather aangetrokken wat deze Snoek heel erg apprecieerde. Zonder luchtbellen kan je vissen veel gemakkelijker benaderen. Desondanks het iets mindere zicht kon ik toch nog enkele leuke opnames maken in de ondiepe gedeeltes van de steengroeve. De zon was inmiddels wat hoger aan de horizon gaan staan en het onderwaterlandschap kreeg een bijzonder sfeertje. Voor de derde duik had ik de macrolens opgeschroefd. Tegen alle verwachtingen in vonden Erwin en ik toch enkele fotogenieke onderwerpen. Die kan ik helaas niet laten zien, want foto's die deelnemen aan de wedstrijd mogen voor de prijsuitreiking niet openbaar gemaakt worden. Eén foto wil ik u echter niet onthouden: de Steur die bijna tot tegen mijn lens zwom! Na alle achtervolgingen van Snoeken en karpers gedurende de voorgaande duiken, kwam dit exemplaar zich gewoon aanbieden. Had ik dat geweten...
Onlangs was ik een Zeedahlia bij Den Osse aan het Grevelingenmeer aan het fotograferen. Eerst had ik wat afstand genomen om de dahlia in zijn geheel te fotograferen. Vermits ik mijn 60mm macrolens had opstaan en ook de CMC macro voorzetlens van Nauticam bijhad, kon ik ook enkele details van dit prachtig dier fotograferen. Zeedahlia's kunnen verschillend van kleur en grootte zijn. Kenmerkend zijn de heldere meestal rode lijnen die rond de mondopening en de tentakels loopt. Na een tijdje zag ik een diertje dat ik ook al eens gespot had bij een zeenaaktslak: het Zeenijntje (Doridicola agilis). Het Zeenijntje is een roeipootkreeftje en behoort tot de Geleedpotigen. Het is een exoparasiet, dat wil zeggen dat het op de buitenkant leeft en zich voedt met het slijm van zijn gastheer. Toen ik de mondopening van de dahlia wou fotograferen zag ik verschillende exemplaren. De vrouwelijke exemplaren zijn herkenbaar aan twee eizakjes die aan het achterlijf gehecht zijn. Sommige waren wit, andere dan weer roze. Zeenijntjes zelf kunnen transparant, lichtbruin, lichtgeel tot fel oranje gekleurd zijn. Ze zijn slechts enkele millimeters groot, wat het moeilijk maakt om ze met het blote oog te zien. Update 12/08/2015: Blijkbaar zou het niet om een Zeenijntje gaan, maar de mariene biologen aan wie deze foto's voorgelegd zijn, zijn er nog niet uit over welke soort het hier precies gaat. Het zou kunnen gaan om Paranthessius anemoniae of Critomolgus actiniae of een totaal nieuwe soort, maar om dat precies te achterhalen is er microscopisch onderzoek nodig. In tegenstelling tot wat men zou denken, kunnen ze zich ook heel snel verplaatsen. Blijkbaar trokken ze zich bij het minste gevaar terug tussen de tentakels of de mondopening van de Zeedahlia. In totaal heb ik er twee volledige duiken mee zoet geweest. Een uitdaging voor mijn ogen, die stilaan minder en minder scherp van dichtbij kunnen zien. Tijd voor een brilletje?
Meer foto's vind je hier. De afgelopen week bezocht ik nog twee keer de sierlijke Waterlelies in Turnhout. Die lijken een enorme aantrekkingskracht op mij te hebben. Ik heb me al afgevraagd waarom, want duiken kan je het amper noemen op twee meter diepte. Is het misschien het feit van eens iets anders te kunnen fotograferen dan het Zeeuwse onderwaterleven of de onderwerpen die ik al jaren fotografeer? Of trekt het feeërieke decor me aan? Waarschijnlijk een beetje van beiden want na 23 jaren duiken is het inderdaad wel eens leuk om nieuwe dingen voor de lens te krijgen. Het werken met de fisheye-lens is ook een aangename afwisseling op al het macro werk dat ik meestal in de plaatselijke wateren doe. Maar wat me misschien toch het meest aantrekt zijn de kleurrijke onderwaterlandschappen die ik bij de Waterlelies voorgeschoteld krijg. Elke keer als ik er kom lijkt het landschap veranderd te zijn. In juni leek het onder water nog lente te zijn met de jonge, lange stengels en de frisgroene bladeren van de Waterlelies. Afgelopen week echter, zag alles eruit als in een herfsttafereel. De bladeren zijn aan het verkleuren en hebben mooie groene, gele en rode tinten. Hier en daar is er zelfs oranje of roze bij. Ook een leuke afwisseling zijn de half/half opnames die een blik geven op de wereld boven en onder de waterspiegel. Meestal is het water in een vijver of meer wel kalm genoeg om dit type van foto's te nemen. Hoe groter de domepoort, hoe makkelijker het is om half/half opnames te maken, maar afgelopen week was het wateroppervlak zo rustig dat ik zelfs met een kleine domepoort onderstaande foto kon maken. Om tegen de zon in te fotograferen moest ik een diafragmaopening nemen van f/14, en een snelle sluitertijd van 1/320ste bij 200 ISO. De flitsers hield ik onderwater links en rechts van de camera die ik verticaal gedraaid had. Gelukkig kon ik op de bodem staan, dat vergemakkelijkte het opheffen van de camera uit het water. Na enkele honderden foto's begin je dat toch in de armen te voelen. Bij onderstaande foto hou ik de camera net onder het wateroppervlak naar boven gericht. Hierdoor krijg je door de lichtbreking het effect dat er twee bloemen te zien zijn. Eigenlijk is dit niet zo. De Fransen hebben daar een grappig woord voor: een "trompe-l'oeil" wat letterlijk "bedrieg het oog" of gezichtsbedrog betekent. Eigenlijk zou ik zo nog uren kunnen doorgaan, maar dat wil ik u, beste lezer, niet aandoen. Oom Hugo zou dan ook veel te veel verbeterwerk hebben, want hij haalt er altijd de taal- en spellingsfouten uit. Waarvoor mijn oprechte dank.
Afgelopen dinsdag ben ik nog eens tot bij Den Osse gereden aan het Grevelingenmeer. Het was al eventjes geleden dat ik daar gedoken had. Onmiddellijk na het te water gaan, ging ik op zoek naar de prachtige Zeedahlia ten westen van de steiger. Die bleek echter spoorloos te zijn. Onderwerpen genoeg echter, dus stortte ik me op de vinnige aasgarnaaltjes die zo mooi vertikaal kunnen stilhangen. Tenminste: zolang je niet te dichtbij komt. Maar om een beeldvullende foto te maken moest ik wel dichter komen dan ze wilden en werd het dus een gekke achtervolging. Tot er eentje wou poseren voor de lens en me enkele seconden de tijd gaf om een foto te nemen. Na enkele pogingen hield ik het voor gezien en zwom ik verder. Eventjes later vond ik een verlegen steurgarnaal die goed bleef zitten zolang ik maar voorzichtig te werk ging. Geleidelijk aan begon het diertje meer en meer uit zijn schuilplek te komen en haalde zijn nieuwsgierigheid de bovenhand. De echte uitdaging begon echter toen ik even later enkele Kwalvlooien ontdekte in een Oorkwal. Die zijn zo klein, dat ik met de voorzetlens bovenop de macrolens nog heel goed moest kijken door de zoeker van mijn fototoestel. Gelukkig had ik tijd en lucht genoeg om er een hele reeks van te maken. Ik vind ze wel fotogeniek en de blauwe achtergrond, afkomstig van de kwal, geeft het geheel een buitenaardse sfeer. Kwalvlooien zijn kleine garnaalachtige zeediertjes van maximaal circa twaalf millimeter lengte. Ze leven als parasiet op of onder de hoed van diverse kwallen, zoals Zeepaddenstoel, Kompaskwal en Oorkwal. Hier leven ze van de restanten van het voedsel van hun gastheren en van geslachtscellen die zich in speciale organen onder de hoed van de kwallen bevinden. Ze voeden zich dus met cellen van de kwallen en daarom zijn het parasieten. De mannetjes zijn eenvoudig te onderscheiden van de vrouwtjes. Zij hebben hele lange antennes, terwijl de vrouwtjes korte antennes bezitten. Na meer dan 140 minuten hield ik het voor gezien. Tijd om boven water te gaan opwarmen en bij te tanken alvorens de tweede duik aan te vatten.
Meer foto's vind je hier. Gisteren ben ik nog eens gaan duiken in zoet water. In deze periode van het jaar is het onderwaterleven in vijvers en meren het meest uitbundig. Deze keer had ik er een lange autorit voor over, want ik reed tot tegen Amsterdam om er Meervallen te gaan zoeken. Samen met vriend Luc, die een goede tip had gekregen, hadden we afgesproken bij de Toolenburgse plas in Hoofddorp. Na een tweede uitstekende tip van een vriendelijke lokale duiker duurde het niet lang vooraleer we dit exemplaar vonden. Deze - op het eerste zicht - vriendelijke Meerval zat niet ver van de kant rond een vijftal meter diep. Het leek erop of hij een nest had gemaakt, waarschijnlijk om een vrouwtje te lokken. Alhoewel we ons op enkele meters afstand hielden, kwam het dier regelmatig tot aan onze lens gezwommen. Waarschijnlijk zag de Meerval zijn spiegelbeeld in het glas van de domepoort en dacht dat het een rivaal was, want op zeker moment begon deze kolos tegen het glas te duwen. Misschien dacht hij dat het ook eetbaar was, want op onderstaande foto wou meneer mijn onderwaterbehuizing doorslikken. Vorig jaar lagen we nog Meervallen te fotograferen in het water bij de Kempervennen, maar die waren heel schuw en moeilijk te benaderen. Dit gedrag had ik echter nog nooit meegemaakt. Soms leek het er op alsof hij met ons aan het lachen was, al kan dat mijn verbeelding geweest zijn. Na enkele foto's lieten we het dier verder met rust en zwom ik nog eventjes rond om nog enkele andere onderwerpen te fotograferen.
Voor het Open Belgisch Kampioenschap onderwaterfotografie (OBK), heb ik afgelopen dinsdag en woensdag 650 minuten in het Zeeuwse water gelegen. Zo'n wedstrijd ter plaatse wordt ook wel Shoot Out genoemd. Er zijn in totaal 4 keer 2 dagen dat de wedstrijd doorgaat, 2 keer in Zeeland, eentje in de steengroeve van Vodelée en de laatste in domein Muisbroek , beter gekend als de Put van Ekeren. Ik startte mijn eerste duik op dinsdag rond 7 uur 's ochtends bij de Bergse Diepsluis. Al tijdens de eerste meters besefte ik dat ik beter geen fisheye-lens had opgeschroefd, maar ik zwom toch verder tot aan het platform. Onderstaande foto doet vermoeden dat de zichtbaarheid wel meeviel, echter het was niet veel meer dan één tot anderhalve meter. In zo'n geval trek ik mijn flitsers erg naar achter, gebruik ik diffusers en dim ik de flitskracht tot bijna nul. Ook de slaveflitser die ik op het platform had geplaatst dimde ik zoveel mogelijk en richtte ik naar beneden toe. Ik ging nog langs de Sepiastokken langs, maar de Sepia's zelf gaven niet thuis. Dan maar snel naar het Grevelingenmeer waar de zichtbaarheid een stuk beter was. Ik hield de fisheye-lens er nog even op en nam enkele foto's van mezelf omdat ik geen model bijhad. Ik kan ze hier spijtig genoeg niet laten zien, want de foto's die ingediend zijn voor de wedstrijd mogen volgens het reglement nergens gepubliceerd worden voor de uitslag. Daarna ging ik te werk met de 60mm macro lens. Onderwerpen genoeg en één van de eerste foto's die ik nam was een beeld van twee zakpijpen omgeven door kolonievormende zakpijpen (Botrylloides diegensis). Daarna kwam ik in een soort van artistieke roes terecht of was het misschien een vorm van ondiepe stikstofnarcose en begon ik gedurende meer dan een half uur een veertje te fotograferen. Dat viel echter niet mee, want zo'n ding is nogal onderhevig aan opwervelingen van het water. Bij de minste beweging fladderde het er op los. Na meer dan dertig foto's was ik wel blij met onderstaand resultaat. Gelukkig duurde de waanzin dan ook niet langer en ging ik op zoek naar het volgende onderwerp. Ik richtte mijn snoot op een kreeft die het hele zaakje niet vertrouwde en angstig naar boven keek. Uit ervaring weet ik dat je met wat geduld toch héél dichtbij kan komen. Kreeften zijn namelijk heel nieuwsgierig van aard. Na vier duiken hield ik het voor gezien nadat de wind fel was komen opsteken en de zichtbaarheid in het ondiepe tot bijna nul herleidde. De volgende ochtend ging ik vullen bij Sub Ocean Services in Oud-Vossemeer. Daar hoorde ik van Koos dat hij toch nog Sepia's gezien had bij de Bergse Diepsluis. Dus toch nog maar eens een kijkje gaan nemen. Ik had de macro lens al op staan, dus werd het eerst een zoektocht naar klein spul. Al gauw vond ik onderstaand kereltje die het leuk vond om regelmatig tot op mijn toestel te komen zwemmen. Ik leidde hem dan elke keer heel voorzichtig naar het Wakamé wier, waar zijn thuis was. Hier aan de Bergse Diepsluis vind je in deze tijd van het jaar voldoende onderwerpen om te fotograferen. Het is alleen een kwestie van goed rond te kijken. Ondertussen had ik één Sepia koppeltje gespot en was ik na 150 leuke onderwater minuten de fisheye-lens gaan halen. Ze samen op de foto krijgen was onbegonnen werk , want van grote liefde tussen die twee was er absoluut geen sprake meer. Het mannetje liet zich niet benaderen, maar het vrouwtje zag me blijkbaar wel zitten. Ze liet zich uivoerig fotograferen als een volleerd model. Ondanks haar kleine gestalte kon ik ze heel dicht benaderen. De zichtbaarheid was - in vergelijking met de dag ervoor - uitstekend. Ze liet me een half uurtje met haar spelen en toen vond ik het zelf welletjes geweest. Ik wou haar echtgenoot niet te jaloers maken... Op de terugweg kwam ik nog wat oude, begroeide stokken tegen. Ik vond ze ook de moeite om op de plaat te zetten. Een mooie afsluiter van twee dagen noeste arbeid. Wat kan het leven soms zwaar zijn; gelukkig was ik in een artistieke roes...
|
Nieuw op de websiteCategorieën
Alles
|