Gisteren ben ik voor het Open Belgisch Kampioenschap onderwaterfotografie naar de steengroeve in Vodelée gaan duiken. Ik was er wel al eens geweest, maar dat is ondertussen al vele jaren geleden. Ik duik inmiddels al 23 jaar. Van collega fotografen die zaterdag al ter plaatse hadden gedoken, hoorde ik dat de zichtbaarheid niet geweldig was. Toch had ik de fisheye-lens opstaan omdat de beste kansen voor groothoekfotografie zich toch meestal 's ochtends voordoen. Mijn plan was om eerst naar de tank te gaan en daar foto's te maken met model. Ik had op internet enkele leuke filmpje gezien en dacht dat het wel mogelijk was om binnenin de tank foto's te maken. Ik had Erwin, mijn mededuiker en model, op de hoogte gebracht van mijn plannen om ervoor te zorgen dat we er niet teveel tijd zouden mee verliezen. Wat ik echter niet van tevoren wist, was dat de opening langs mijn zijde veel kleiner was om door te geraken. Na wat wringen en op mijn zij te gaan liggen kon ik er toch door geraken terwijl Erwin vlotjes van de andere kant binnenzwom. Het is daar écht krap binnenin en ik denk dat mijn voeten nog buiten lagen, maar daar kreeg ik het beeld voor ogen dat ik wou nemen. Nu was het enkel nog kwestie van mijn model op de juiste plek te krijgen. Om het geheel wat meer sfeer te geven had ik hem een rode duiklamp gegeven. O ja, nog vergeten te zeggen, op het dak had ik twee slaveflitsers geplaatst zodat er licht naar binnenkon door de gaten. Veel daglicht hadden we daar niet want we zaten toch wel op een diepte van elf meter. Op voorgaande foto zie je daar weinig van en dat zag ik ook op mijn LCD schermpje. Daarom nam ik een kortere sluitertijd, kleinere diafragmaopening en dimde ik mijn vaste flitsers wat meer. De ISO stond inmiddels op 800 want er viel heel weinig licht binnen. Dat maakte het lastig om een andere pose aan het model te vragen. Toch begreep Erwin me en volgde hij de bevelen bijna blindelings op. Stilaan begon het zweefvuil echter te veel op te dwarrelen en moesten we de tank verlaten. Tijdens de tweede duik vonden we nog enkel andere onderwerpen zoals deze snoek, die de wacht hield bij een klein wrakje. Erwin had inmiddels zijn rebreather aangetrokken wat deze Snoek heel erg apprecieerde. Zonder luchtbellen kan je vissen veel gemakkelijker benaderen. Desondanks het iets mindere zicht kon ik toch nog enkele leuke opnames maken in de ondiepe gedeeltes van de steengroeve. De zon was inmiddels wat hoger aan de horizon gaan staan en het onderwaterlandschap kreeg een bijzonder sfeertje. Voor de derde duik had ik de macrolens opgeschroefd. Tegen alle verwachtingen in vonden Erwin en ik toch enkele fotogenieke onderwerpen. Die kan ik helaas niet laten zien, want foto's die deelnemen aan de wedstrijd mogen voor de prijsuitreiking niet openbaar gemaakt worden. Eén foto wil ik u echter niet onthouden: de Steur die bijna tot tegen mijn lens zwom! Na alle achtervolgingen van Snoeken en karpers gedurende de voorgaande duiken, kwam dit exemplaar zich gewoon aanbieden. Had ik dat geweten...
4 Comments
Onlangs was ik een Zeedahlia bij Den Osse aan het Grevelingenmeer aan het fotograferen. Eerst had ik wat afstand genomen om de dahlia in zijn geheel te fotograferen. Vermits ik mijn 60mm macrolens had opstaan en ook de CMC macro voorzetlens van Nauticam bijhad, kon ik ook enkele details van dit prachtig dier fotograferen. Zeedahlia's kunnen verschillend van kleur en grootte zijn. Kenmerkend zijn de heldere meestal rode lijnen die rond de mondopening en de tentakels loopt. Na een tijdje zag ik een diertje dat ik ook al eens gespot had bij een zeenaaktslak: het Zeenijntje (Doridicola agilis). Het Zeenijntje is een roeipootkreeftje en behoort tot de Geleedpotigen. Het is een exoparasiet, dat wil zeggen dat het op de buitenkant leeft en zich voedt met het slijm van zijn gastheer. Toen ik de mondopening van de dahlia wou fotograferen zag ik verschillende exemplaren. De vrouwelijke exemplaren zijn herkenbaar aan twee eizakjes die aan het achterlijf gehecht zijn. Sommige waren wit, andere dan weer roze. Zeenijntjes zelf kunnen transparant, lichtbruin, lichtgeel tot fel oranje gekleurd zijn. Ze zijn slechts enkele millimeters groot, wat het moeilijk maakt om ze met het blote oog te zien. Update 12/08/2015: Blijkbaar zou het niet om een Zeenijntje gaan, maar de mariene biologen aan wie deze foto's voorgelegd zijn, zijn er nog niet uit over welke soort het hier precies gaat. Het zou kunnen gaan om Paranthessius anemoniae of Critomolgus actiniae of een totaal nieuwe soort, maar om dat precies te achterhalen is er microscopisch onderzoek nodig. In tegenstelling tot wat men zou denken, kunnen ze zich ook heel snel verplaatsen. Blijkbaar trokken ze zich bij het minste gevaar terug tussen de tentakels of de mondopening van de Zeedahlia. In totaal heb ik er twee volledige duiken mee zoet geweest. Een uitdaging voor mijn ogen, die stilaan minder en minder scherp van dichtbij kunnen zien. Tijd voor een brilletje?
Meer foto's vind je hier. De afgelopen week bezocht ik nog twee keer de sierlijke Waterlelies in Turnhout. Die lijken een enorme aantrekkingskracht op mij te hebben. Ik heb me al afgevraagd waarom, want duiken kan je het amper noemen op twee meter diepte. Is het misschien het feit van eens iets anders te kunnen fotograferen dan het Zeeuwse onderwaterleven of de onderwerpen die ik al jaren fotografeer? Of trekt het feeërieke decor me aan? Waarschijnlijk een beetje van beiden want na 23 jaren duiken is het inderdaad wel eens leuk om nieuwe dingen voor de lens te krijgen. Het werken met de fisheye-lens is ook een aangename afwisseling op al het macro werk dat ik meestal in de plaatselijke wateren doe. Maar wat me misschien toch het meest aantrekt zijn de kleurrijke onderwaterlandschappen die ik bij de Waterlelies voorgeschoteld krijg. Elke keer als ik er kom lijkt het landschap veranderd te zijn. In juni leek het onder water nog lente te zijn met de jonge, lange stengels en de frisgroene bladeren van de Waterlelies. Afgelopen week echter, zag alles eruit als in een herfsttafereel. De bladeren zijn aan het verkleuren en hebben mooie groene, gele en rode tinten. Hier en daar is er zelfs oranje of roze bij. Ook een leuke afwisseling zijn de half/half opnames die een blik geven op de wereld boven en onder de waterspiegel. Meestal is het water in een vijver of meer wel kalm genoeg om dit type van foto's te nemen. Hoe groter de domepoort, hoe makkelijker het is om half/half opnames te maken, maar afgelopen week was het wateroppervlak zo rustig dat ik zelfs met een kleine domepoort onderstaande foto kon maken. Om tegen de zon in te fotograferen moest ik een diafragmaopening nemen van f/14, en een snelle sluitertijd van 1/320ste bij 200 ISO. De flitsers hield ik onderwater links en rechts van de camera die ik verticaal gedraaid had. Gelukkig kon ik op de bodem staan, dat vergemakkelijkte het opheffen van de camera uit het water. Na enkele honderden foto's begin je dat toch in de armen te voelen. Bij onderstaande foto hou ik de camera net onder het wateroppervlak naar boven gericht. Hierdoor krijg je door de lichtbreking het effect dat er twee bloemen te zien zijn. Eigenlijk is dit niet zo. De Fransen hebben daar een grappig woord voor: een "trompe-l'oeil" wat letterlijk "bedrieg het oog" of gezichtsbedrog betekent. Eigenlijk zou ik zo nog uren kunnen doorgaan, maar dat wil ik u, beste lezer, niet aandoen. Oom Hugo zou dan ook veel te veel verbeterwerk hebben, want hij haalt er altijd de taal- en spellingsfouten uit. Waarvoor mijn oprechte dank.
|
Nieuw op de websiteCategorieën
All
|