Meer foto's vind je hier.
Afgelopen dinsdag ben ik nog eens tot bij Den Osse gereden aan het Grevelingenmeer. Het was al eventjes geleden dat ik daar gedoken had. Onmiddellijk na het te water gaan, ging ik op zoek naar de prachtige Zeedahlia ten westen van de steiger. Die bleek echter spoorloos te zijn. Onderwerpen genoeg echter, dus stortte ik me op de vinnige aasgarnaaltjes die zo mooi vertikaal kunnen stilhangen. Tenminste: zolang je niet te dichtbij komt. Maar om een beeldvullende foto te maken moest ik wel dichter komen dan ze wilden en werd het dus een gekke achtervolging. Tot er eentje wou poseren voor de lens en me enkele seconden de tijd gaf om een foto te nemen. Na enkele pogingen hield ik het voor gezien en zwom ik verder. Eventjes later vond ik een verlegen steurgarnaal die goed bleef zitten zolang ik maar voorzichtig te werk ging. Geleidelijk aan begon het diertje meer en meer uit zijn schuilplek te komen en haalde zijn nieuwsgierigheid de bovenhand. De echte uitdaging begon echter toen ik even later enkele Kwalvlooien ontdekte in een Oorkwal. Die zijn zo klein, dat ik met de voorzetlens bovenop de macrolens nog heel goed moest kijken door de zoeker van mijn fototoestel. Gelukkig had ik tijd en lucht genoeg om er een hele reeks van te maken. Ik vind ze wel fotogeniek en de blauwe achtergrond, afkomstig van de kwal, geeft het geheel een buitenaardse sfeer. Kwalvlooien zijn kleine garnaalachtige zeediertjes van maximaal circa twaalf millimeter lengte. Ze leven als parasiet op of onder de hoed van diverse kwallen, zoals Zeepaddenstoel, Kompaskwal en Oorkwal. Hier leven ze van de restanten van het voedsel van hun gastheren en van geslachtscellen die zich in speciale organen onder de hoed van de kwallen bevinden. Ze voeden zich dus met cellen van de kwallen en daarom zijn het parasieten. De mannetjes zijn eenvoudig te onderscheiden van de vrouwtjes. Zij hebben hele lange antennes, terwijl de vrouwtjes korte antennes bezitten. Na meer dan 140 minuten hield ik het voor gezien. Tijd om boven water te gaan opwarmen en bij te tanken alvorens de tweede duik aan te vatten.
Meer foto's vind je hier.
0 Comments
Gisteren ben ik nog eens gaan duiken in zoet water. In deze periode van het jaar is het onderwaterleven in vijvers en meren het meest uitbundig. Deze keer had ik er een lange autorit voor over, want ik reed tot tegen Amsterdam om er Meervallen te gaan zoeken. Samen met vriend Luc, die een goede tip had gekregen, hadden we afgesproken bij de Toolenburgse plas in Hoofddorp. Na een tweede uitstekende tip van een vriendelijke lokale duiker duurde het niet lang vooraleer we dit exemplaar vonden. Deze - op het eerste zicht - vriendelijke Meerval zat niet ver van de kant rond een vijftal meter diep. Het leek erop of hij een nest had gemaakt, waarschijnlijk om een vrouwtje te lokken. Alhoewel we ons op enkele meters afstand hielden, kwam het dier regelmatig tot aan onze lens gezwommen. Waarschijnlijk zag de Meerval zijn spiegelbeeld in het glas van de domepoort en dacht dat het een rivaal was, want op zeker moment begon deze kolos tegen het glas te duwen. Misschien dacht hij dat het ook eetbaar was, want op onderstaande foto wou meneer mijn onderwaterbehuizing doorslikken. Vorig jaar lagen we nog Meervallen te fotograferen in het water bij de Kempervennen, maar die waren heel schuw en moeilijk te benaderen. Dit gedrag had ik echter nog nooit meegemaakt. Soms leek het er op alsof hij met ons aan het lachen was, al kan dat mijn verbeelding geweest zijn. Na enkele foto's lieten we het dier verder met rust en zwom ik nog eventjes rond om nog enkele andere onderwerpen te fotograferen.
|
Nieuw op de websiteCategorieën
Alles
|