Het is weeral eventjes geleden dat ik nog iets neerpende en het klinkt cliché, maar ik heb tijd tekort! Daarom vat ik in één berichtje samen wat ik de voorbije weken gedaan en gezien heb. Begin april begon vrij rustig met een mooi duikje bij Den Osse waar ik nog eens een Zeedahlia-toertje maakte langs deze prachtige bloemdieren. Vooral onderstaande foto waar het licht dwars doorheen de dahlia lijkt te gaan vond ik wel bijzonder. De week erna kregen we een bericht dat er een speciaal naaktslakje gespot was bij Scharendijke: het Groene rolsprietslakje. Samen met de twee andere musketiers (lees: duikers) gingen we op zoek naar een speld in een hooiberg. Toch gebeurde het onverwachte: Gino vond er eentje in ondiep water en desondanks dat hij zelf geen foto meer kon nemen haalde hij ons erbij. Toch een vriendelijke jongen hoor. Bedankt Gino! In de buurt vond ik nog een garnaal tussen de wieren en het tafereel deed me denken aan de lente. Garnalen zijn er trouwens volop te vinden. Bij de Zeelandbrug vond ik er eentje die heel stil bleef zitten. Ik kon het diertje zo dicht benaderen dat ik hem of haar recht in de ogen keek. Van de brug gesproken: de zichtbaarheid viel er de afgelopen weken mee. Misschien daarom dat de Slanke waaierslakken mekaar vonden en er zich hele orgieën afspeelden op de bodem van de Oosterschelde. Vorige week waren ze nog steeds druk bezig en ging ik ze terug lastig vallen. Ik denk dat ik nu stilaan genoeg foto's van Slanke waaierslakken heb ;-) Niet alleen de ogen van garnalen boeiden me plots, ook de ogen van de Fluwelen zwemkrab en heremietkreeft moesten er aan geloven. Verder probeerde ik nog iets uit met een Zeeanjelier en tegenlicht en wou ik vooral de stam goed uitgelicht zien zodat je er dwars door kon kijken. Wel interessant wat er daar allemaal te zien is... Afgelopen maandag gaf ik een masterclass in de lokalen van Hugyfot. Ik had het over een stokpaardje van mij: snootfotografie. Het werd een leuke avond met een geboeid publiek. De dag erna lag ik alweer in het water en dit keer had ik mijn groothoeklens opgezet. Niet meteen de beste keuze, want de zichtbaarheid viel wat tegen, maar ik heb inmiddels al wat ervaring in moeilijke omstandigheden en ik kan ook wat photoshoppen ;-) De kwallen vlogen me rond de oren en uit een Zeeappel kwam er rook! Die zorgde waarschijnlijk voor het nageslacht. Dit fenomeen was ik bij de Zeeappels nog niet eerder tegengekomen. En nu heb ik u nog maar een klein gedeelte van de voorbije weken verteld en laten zien. Maar dat was meteen ook het meest relevante nieuws! De rest bespaar ik u en voor diegenen die er niet genoeg van krijgen: hier staan er nog meer foto's.
2 Comments
Zeedahlia's: ik heb er al eens over geschreven en ik heb ze ook al vaak gefotografeerd, maar toch blijven ze me mateloos boeien. Misschien omdat ze zo fotogeniek zijn of omdat ze in verschillende kleuren bestaan, geen idee, maar elke keer als ik er eentje zie en ik heb de macrolens opstaan, dan ben ik vertrokken voor sessies van meerdere uren. Zo ook afgelopen dinsdag, na een duik van 120 minuten was ik er een viertal tegengekomen. De eerste had ik al snel te pakken, want die weet ik bijna blindelings terug te vinden. Deze heeft mooie rode kleuren rond de mondschijf. Ik wist dat er wat verder ook nog eentje stond en na enkele minuten vond ik de tweede. Die stond er half gesloten bij, wat een vreemd zicht was. Zo was de zuil dan weer eens duidelijk te zien, want meestal zit die een beetje verstopt. Een andere Zeedahlia stond er deze keer ook een beetje mistroostig bij. Deze heeft een redelijk bleke kleur. Misschien was ie een beetje ziek... En toen was er Luc, mijn duikbuddy en zelf ook fotograaf. Die wist er nog eentje staan. Na een korte tocht naar dieper water toonde hij me het mooiste exemplaar dat ik ooit gezien had. Met een dieprode tot paarse kleur was dit wel de kleurkampioen onder de Zeedahlia's. Ik nam uitgebreid de tijd om 'm te fotograferen. Ook de tentakels nam ik grondig onder de loep, want de detailfoto's vind ik vaak de mooiste. Zo waren twee uren puur duikplezier voorbij gevlogen. De tweede duik van de dag bracht veel minder op. De enige toonbare foto is onderstaand beeld van een Waaierkokerworm (Sabella pavonina). Voor deze uit de kluiten gewassen knaap moest ik redelijk wat afstand nemen om het diertje helemaal in beeld te krijgen. En net wanneer je dan denkt dat die tweede duik er teveel aan was, stap je het water uit en krijg je een ongelofelijke zonsondergang voorgeschoteld. Dus meteen maar alle duikspullen afgegooid en de camera bovengehaald. Wat kan duiken toch heerlijk zijn! Meer foto's vind je hier.
Ik beleef geweldige tijden onder de waterspiegel. De afgelopen twee weken zag ik in de Oosterschelde maar liefst drie soorten die ik nog nooit tegengekomen was. Twee daarvan kon ik uitvoerig fotograferen: het Steenslijmvisje(Lipophrys pholis) en de Zeepaddenstoel (Rhizostoma pulmo). Het derde exemplaar was een Gehoornde steenslijmvis (Parablennius gattorugine), maar die had geen zin om te poseren. Wat wel lukte, echter met veel geduld, was het vereeuwigen van het gewone Steenslijmvisje. Meerdere exemplaren zelfs! Die zitten momenteel bij Strijenham in het ondiepe water. Het duurde even voordat ik ze vond, maar eens ik wist waar ik precies moest kijken, kwam ik er meerdere tegen. Sommige diertjes lieten zich uitvoerig fotograferen terwijl anderen zich steeds uit de voeten maakten. Eentje kon ik altijd teruglokken door met een stokje op een steen te kloppen. Dat zal wel het meest nieuwsgierige visje geweest zijn dat ik ooit tegenkwam. Voor mij behoren deze vissen tot de mooiste die in Zeeland voorkomen en ik was heel blij dat ik ze twee weken na mekaar tegenkwam. Binnenkort trekken ze naar dieper water en zal de kans klein zijn dat ik ze nog tegenkom. In een creatieve bui maakte ik bovenstaande foto in Photoshop. Het lijkt wel of het visje in een grote luchtbel gevangen zit. Een kleine uitspatting van mijn verbeelding... Gisteren was ik voor de tweede duik naar het gemaal van Dreischor gereden. Ik hoopte op een ontmoeting met de Zeepaddenstoel, een schijfkwal die een doorsnede van wel 90cm kan bereiken. Met de fish-eye lens in de aanslag zwom ik langs de kant richting het gemaal. Het zonnetje wierp haar prachtige stralen over de bodem en ik maakte er dankbaar gebruik van om enkele panorama foto's te maken. De zichtbaarheid was uitstekend en ik kon het gemaal helemaal van onder tot boven zien, zelfs het gedeelte dat boven water uitsteekt. Dat komt niet vaak voor. Ondertussen keek ik goed rond of er geen kwallen te bespeuren waren, die lieten zich echter niet zien. De hele structuur is zo fascinerend voor een onderwaterfotograaf dat ik er wel eventjes zoet mee was. Na een uurtje wou ik terugkeren naar de kant en toen kwam ik 'm tegen: de Zeepaddenstoel! Wat een prachtige en grote kwal! In het begin van mijn duikcarrière heb ik ze wel gezien, maar toen fotografeerde ik nog niet. Nu was het moment aangebroken voor een heuse fotoshoot. De omstandigheden konden niet beter zijn: zon, helder water, de juiste lens en een heel mooie schijfkwal. Het volgende uur leek ik wel betoverd om het dier zo mooi mogelijk in beeld te brengen. Met veel wederzijds respect werd het een dans tussen kwal en fotograaf in een wonderbaarlijke omgeving. Meer foto's vind je hier.
Eergisteren was ik weer op pad om twee duikjes te gaan maken in Zeeland. De eerste duik was aan de Zeelandbrug waar momenteel veel te spotten valt. Vooral op gebied van naaktslakken kwam ik er met regelmaat de Slanke waaierslak tegen. Een ander exemplaar van dezelfde soort had een vreemd soort van gezwel op het lichaam. Zoiets is me nog nooit opgevallen en ik weet dus niet wat het is.. Harlekijnslakjes zaten er ook volop, maar ik concentreerde me vooral op de Blauwtipjes. Die zijn dit jaar enorm groot. Ik ben bijna altijd met de 60mm macrolens op pad, dus gelukkig passen deze bijzonder mooie slakjes vlot in het kader. Wat me voorbije zondag bij het Open Nederlands Kampioenschap onderwaterfotografie niet lukte, ging eergisteren wel: een grondeltje beeldvullend fotograferen. Grondels zijn altijd schuw en zijn heel moeilijk te benaderen, maar dit exemplaar bleef rustig liggen. De tweede duik van de dag was bij Den Osse waar ik op foto-jacht ging naar de Zeedahlia's. Ik had ergens op internet gelezen dat er eentje bij de reefballs zat en ik vond deze uit de kluiten gewassen dahlia dan ook vrij snel. Ik moest me tevreden stellen met enkele detailopnames, want het diertje was te groot om op de foto te krijgen. Zeedahlia's zijn er in verschillende kleuren en deze was naar de bleke kant met een mooi rood lijntje. Mijn voorkeur gaat echter meer naar de rode variant uit, die zijn enorm fotogeniek. Deze vond ik rond de 5,5 meter op de schuine muur. Na twee duiken vond ik het welletjes en reed ik terug huiswaarts. Een heel stuk voor de ring van Antwerpen stond ik al vast in een enorme file en de berichten op de radio voorspelden niet veel goeds. Dan maar de afslag Ekeren genomen voor een "spoelduikje" in zoet water. De waterplanten zijn nog maar net aan hun groeiprces begonnen en het zal de komende weken wel flink opschieten vermoed ik, maar dieren zoals Grote diepslakken, Tijgervlokreeftjes ,Watermijten en andere soorten zijn al volop te zien. Een feest voor de macro fotograaf! Om de dag ongewoon af te sluiten botste ik nog op dit exemplaar: een Tijgervlokreeftje met haar. Nog nooit gezien! Misschien heb ik een nieuwe soort ontdekt, dan noem ik het de Harige tijgervlokreeft naar analogie met de Harige Hengelaarsvis! ;-)
Gisteren ben ik nog eens een dagje met de fish-eye lens op stap geweest. De eerste duik was bij Den Osse in het Grevelingenmeer. Al meteen zag ik dat er heel veel Zeedruifjes (Pleurobrachia pileus) rondzwommen. Natuurlijk heb ik de foto wat moeten uitsnijden want zo'n zeedruifje is niet groter dan 2 à 3 cm. Er waren ook nog heel wat kwalletjes van een andere soort die ik nog nooit gezien had. Bij navraag blijkt het om de hydromeduse Eutonina indicans (Umbrella jelly) te gaan. Even verder kwam ik een groepje Zeeanjelieren tegen. Onder de steiger was het leuk vertoeven in helder water. Tijdens het weekend komen hier vele duikers langs en is de zichtbaarheid er vaak slecht. De palen zijn mooi begroeid en de zonnestralen gaven het geheel een bijzonder sfeertje. Bij de tweede duik van de dag vond ik een jonge Snotolf met een mooi blauw kleurtje. Ik heb al vele kleine Snotolfjes gezien, maar eentje in deze kleur was toch de eerste keer. Wat kan Zeeland toch nog steeds verrassend zijn. Meer foto's vind je hier.
We mogen de afgelopen dagen niet klagen van het weer. Het gaf me het idee om nog eens met de fish-eye lens op pad te gaan. Enige tijd terug had ik bij duikplaats Den Osse aan de Nieuwe Kerkweg gezien dat de zichtbaarheid onder water redelijk goed was. Toen ik na een lange duik terugkeerde in het ondiepe water zag ik kleurrijke taferelen, maar die kon ik toen niet op de foto zetten omdat ik een macrolens had opstaan. Meteen nadat ik kopje onder ging bij de steiger zag ik dat ik de juiste keuze gemaakt had: het zicht was uitstekend! Ik maakte een toertje rondom de palen en fotografeerde de onderkant van de trap aan het einde van de steiger. Die was mooi begroeid met mosselen. Een krab poseerde op één van de pijlers. Ik vervolgde mijn weg naar het westen en bleef op geringe diepte de kant volgen. Het leek wel of ik op één of ander tropisch rif aan het duiken was. Net als vorig jaar zaten er overal Groene wierslakken. Spookkreeftjes waren er ook massaal te zien. Daarom keerde ik nog eens terug met de macrolens. Meer foto's vind je hier.
Onlangs was ik een Zeedahlia bij Den Osse aan het Grevelingenmeer aan het fotograferen. Eerst had ik wat afstand genomen om de dahlia in zijn geheel te fotograferen. Vermits ik mijn 60mm macrolens had opstaan en ook de CMC macro voorzetlens van Nauticam bijhad, kon ik ook enkele details van dit prachtig dier fotograferen. Zeedahlia's kunnen verschillend van kleur en grootte zijn. Kenmerkend zijn de heldere meestal rode lijnen die rond de mondopening en de tentakels loopt. Na een tijdje zag ik een diertje dat ik ook al eens gespot had bij een zeenaaktslak: het Zeenijntje (Doridicola agilis). Het Zeenijntje is een roeipootkreeftje en behoort tot de Geleedpotigen. Het is een exoparasiet, dat wil zeggen dat het op de buitenkant leeft en zich voedt met het slijm van zijn gastheer. Toen ik de mondopening van de dahlia wou fotograferen zag ik verschillende exemplaren. De vrouwelijke exemplaren zijn herkenbaar aan twee eizakjes die aan het achterlijf gehecht zijn. Sommige waren wit, andere dan weer roze. Zeenijntjes zelf kunnen transparant, lichtbruin, lichtgeel tot fel oranje gekleurd zijn. Ze zijn slechts enkele millimeters groot, wat het moeilijk maakt om ze met het blote oog te zien. Update 12/08/2015: Blijkbaar zou het niet om een Zeenijntje gaan, maar de mariene biologen aan wie deze foto's voorgelegd zijn, zijn er nog niet uit over welke soort het hier precies gaat. Het zou kunnen gaan om Paranthessius anemoniae of Critomolgus actiniae of een totaal nieuwe soort, maar om dat precies te achterhalen is er microscopisch onderzoek nodig. In tegenstelling tot wat men zou denken, kunnen ze zich ook heel snel verplaatsen. Blijkbaar trokken ze zich bij het minste gevaar terug tussen de tentakels of de mondopening van de Zeedahlia. In totaal heb ik er twee volledige duiken mee zoet geweest. Een uitdaging voor mijn ogen, die stilaan minder en minder scherp van dichtbij kunnen zien. Tijd voor een brilletje?
Meer foto's vind je hier. Afgelopen dinsdag ben ik nog eens tot bij Den Osse gereden aan het Grevelingenmeer. Het was al eventjes geleden dat ik daar gedoken had. Onmiddellijk na het te water gaan, ging ik op zoek naar de prachtige Zeedahlia ten westen van de steiger. Die bleek echter spoorloos te zijn. Onderwerpen genoeg echter, dus stortte ik me op de vinnige aasgarnaaltjes die zo mooi vertikaal kunnen stilhangen. Tenminste: zolang je niet te dichtbij komt. Maar om een beeldvullende foto te maken moest ik wel dichter komen dan ze wilden en werd het dus een gekke achtervolging. Tot er eentje wou poseren voor de lens en me enkele seconden de tijd gaf om een foto te nemen. Na enkele pogingen hield ik het voor gezien en zwom ik verder. Eventjes later vond ik een verlegen steurgarnaal die goed bleef zitten zolang ik maar voorzichtig te werk ging. Geleidelijk aan begon het diertje meer en meer uit zijn schuilplek te komen en haalde zijn nieuwsgierigheid de bovenhand. De echte uitdaging begon echter toen ik even later enkele Kwalvlooien ontdekte in een Oorkwal. Die zijn zo klein, dat ik met de voorzetlens bovenop de macrolens nog heel goed moest kijken door de zoeker van mijn fototoestel. Gelukkig had ik tijd en lucht genoeg om er een hele reeks van te maken. Ik vind ze wel fotogeniek en de blauwe achtergrond, afkomstig van de kwal, geeft het geheel een buitenaardse sfeer. Kwalvlooien zijn kleine garnaalachtige zeediertjes van maximaal circa twaalf millimeter lengte. Ze leven als parasiet op of onder de hoed van diverse kwallen, zoals Zeepaddenstoel, Kompaskwal en Oorkwal. Hier leven ze van de restanten van het voedsel van hun gastheren en van geslachtscellen die zich in speciale organen onder de hoed van de kwallen bevinden. Ze voeden zich dus met cellen van de kwallen en daarom zijn het parasieten. De mannetjes zijn eenvoudig te onderscheiden van de vrouwtjes. Zij hebben hele lange antennes, terwijl de vrouwtjes korte antennes bezitten. Na meer dan 140 minuten hield ik het voor gezien. Tijd om boven water te gaan opwarmen en bij te tanken alvorens de tweede duik aan te vatten.
Meer foto's vind je hier. Voor het Open Belgisch Kampioenschap onderwaterfotografie (OBK), heb ik afgelopen dinsdag en woensdag 650 minuten in het Zeeuwse water gelegen. Zo'n wedstrijd ter plaatse wordt ook wel Shoot Out genoemd. Er zijn in totaal 4 keer 2 dagen dat de wedstrijd doorgaat, 2 keer in Zeeland, eentje in de steengroeve van Vodelée en de laatste in domein Muisbroek , beter gekend als de Put van Ekeren. Ik startte mijn eerste duik op dinsdag rond 7 uur 's ochtends bij de Bergse Diepsluis. Al tijdens de eerste meters besefte ik dat ik beter geen fisheye-lens had opgeschroefd, maar ik zwom toch verder tot aan het platform. Onderstaande foto doet vermoeden dat de zichtbaarheid wel meeviel, echter het was niet veel meer dan één tot anderhalve meter. In zo'n geval trek ik mijn flitsers erg naar achter, gebruik ik diffusers en dim ik de flitskracht tot bijna nul. Ook de slaveflitser die ik op het platform had geplaatst dimde ik zoveel mogelijk en richtte ik naar beneden toe. Ik ging nog langs de Sepiastokken langs, maar de Sepia's zelf gaven niet thuis. Dan maar snel naar het Grevelingenmeer waar de zichtbaarheid een stuk beter was. Ik hield de fisheye-lens er nog even op en nam enkele foto's van mezelf omdat ik geen model bijhad. Ik kan ze hier spijtig genoeg niet laten zien, want de foto's die ingediend zijn voor de wedstrijd mogen volgens het reglement nergens gepubliceerd worden voor de uitslag. Daarna ging ik te werk met de 60mm macro lens. Onderwerpen genoeg en één van de eerste foto's die ik nam was een beeld van twee zakpijpen omgeven door kolonievormende zakpijpen (Botrylloides diegensis). Daarna kwam ik in een soort van artistieke roes terecht of was het misschien een vorm van ondiepe stikstofnarcose en begon ik gedurende meer dan een half uur een veertje te fotograferen. Dat viel echter niet mee, want zo'n ding is nogal onderhevig aan opwervelingen van het water. Bij de minste beweging fladderde het er op los. Na meer dan dertig foto's was ik wel blij met onderstaand resultaat. Gelukkig duurde de waanzin dan ook niet langer en ging ik op zoek naar het volgende onderwerp. Ik richtte mijn snoot op een kreeft die het hele zaakje niet vertrouwde en angstig naar boven keek. Uit ervaring weet ik dat je met wat geduld toch héél dichtbij kan komen. Kreeften zijn namelijk heel nieuwsgierig van aard. Na vier duiken hield ik het voor gezien nadat de wind fel was komen opsteken en de zichtbaarheid in het ondiepe tot bijna nul herleidde. De volgende ochtend ging ik vullen bij Sub Ocean Services in Oud-Vossemeer. Daar hoorde ik van Koos dat hij toch nog Sepia's gezien had bij de Bergse Diepsluis. Dus toch nog maar eens een kijkje gaan nemen. Ik had de macro lens al op staan, dus werd het eerst een zoektocht naar klein spul. Al gauw vond ik onderstaand kereltje die het leuk vond om regelmatig tot op mijn toestel te komen zwemmen. Ik leidde hem dan elke keer heel voorzichtig naar het Wakamé wier, waar zijn thuis was. Hier aan de Bergse Diepsluis vind je in deze tijd van het jaar voldoende onderwerpen om te fotograferen. Het is alleen een kwestie van goed rond te kijken. Ondertussen had ik één Sepia koppeltje gespot en was ik na 150 leuke onderwater minuten de fisheye-lens gaan halen. Ze samen op de foto krijgen was onbegonnen werk , want van grote liefde tussen die twee was er absoluut geen sprake meer. Het mannetje liet zich niet benaderen, maar het vrouwtje zag me blijkbaar wel zitten. Ze liet zich uivoerig fotograferen als een volleerd model. Ondanks haar kleine gestalte kon ik ze heel dicht benaderen. De zichtbaarheid was - in vergelijking met de dag ervoor - uitstekend. Ze liet me een half uurtje met haar spelen en toen vond ik het zelf welletjes geweest. Ik wou haar echtgenoot niet te jaloers maken... Op de terugweg kwam ik nog wat oude, begroeide stokken tegen. Ik vond ze ook de moeite om op de plaat te zetten. Een mooie afsluiter van twee dagen noeste arbeid. Wat kan het leven soms zwaar zijn; gelukkig was ik in een artistieke roes...
Afgelopen dinsdag was er weer heel wat te beleven onder water. Bij Den Osse aan het Grevelingenmeer had ik weer enkele speciale ontmoetingen. De eerste duik had ik mijn macro lens opstaan en was ik op zoek naar "klein spul". Hier en daar zag ik enkele Groene wierslakken tussen het Roodwier, maar die heb ik al vaak gezien. Na een tijdje viel mijn oog op iets fluorescerend groen en geel van amper 2cm groot. Dat had ik nog nooit gezien. Ik nam enkele foto's langs verschillende kanten omdat ik dacht dat het om een eenmalige ontmoeting ging, maar daar kwam al gauw verandering in. Niet veel verder vond ik een ander exemplaar en deze keer zag ik duidelijk dat het om een worm ging. Het diertje leek wel een Zager, maar de kleuren klopten niet. Hier en daar waren de wormen eitjes aan het afzetten. Het is pas achteraf dat ik dankzij Hugo, onze amateurbioloog, te weten gekomen ben dat het om een Groene bladkieuwworm gaat (Eulalia viridis). Het is geen eerste waarneming ,want een korte zoektocht op het internet wees uit dat er de voorbije jaren al exemplaren in het Grevelingenmeer gezien zijn. Het massaal voorkomen van deze wormen op één plek, zou wel eens de eerste keer kunnen zijn, anders had ik ze al wel eerder opgemerkt.
Afgelopen dinsdag stond er een zwak winterzonnetje aan de hemel bij Scharendijke. Het water leek helder vanaf de kant en de meldingen over een uitstekende zichtbaarheid hadden me op het idee gebracht om de fish eye lens nog eens op te camera te plaatsen. Met volle moed stapte ik het water in en reeds bij de eerste meters zag ik dat het water ongeloofelijk helder was. Tijd dus om snel koers te zetten naar de wrakken die niet ver uit de kant liggen. Het eerste wrak zag ik al van ver liggen. Het was de Zeehond. Tot nu toe had ik 'm nog nooit gevonden. Om een of andere redenen moet ik er altijd vlak naast gezwommen zijn. Ik had geluk, het leek erop dat ik de eerste bij het wrakje was. Ik kon het helemaal zien liggen. Een unieke kans die je maar heel zelden krijgt. Ik ging voorzichtig te werk om niet teveel sediment te laten opwaaien. Vanaf de bodem kon je heel goed de oppervlakte zien en ik lag toch wel bijna 14 meter diep. Na een half uurtje vond ik het tijd om het andere wrak te gaan zoeken. Tot mijn verbazing vond ik het vrij snel. ik had er geen benul van dat ze zo dicht bij mekaar lagen. Ook hier was ik als eerste en genoot ik van de enorme zichtbaarheid. Dit wrak had ik al meerdere malen gezien, maar nooit in zijn geheel. Ik bleef ruimschoots van de bodem weg om geen stof te doen opwaaien. De temperatuurmeter gaf 4 graden aan, het leken er veel meer. Waarschijnlijk deed de adrenaline mijn lichaamstemperatuur enkele graden stijgen. Hoeveel foto's ik precies nam kan ik niet met zekerheid zeggen, maar het waren er veel, héél veel. Het was tijd om terug te keren. Met veel tegenzin draaide ik me om en zwom ik terug richting kant. Bij de steiger nam ik nog enkele laatste foto's van de palen die mooi begroeid zijn met mosselen , wieren, sponzen en andere organismen. De zonnestralen kreeg ik er gratis bij. Een duik om niet snel te vergeten.
Gisteren ben ik gaan duiken bij de Zeelandbrug. Bij aankomst bleek dat er al was ingebroken in de auto van één van mijn duikvrienden. Dat was rond zes uur 's ochtends gebeurd. Akkoord, onmenselijk vroeg, maar weeral erg dat het gebeurd is. Later op de dag passeerde er nog een rare kerel die zijn gezicht volledig onherkenbaar had gemaakt met kap en sjaal. Blijkt achteraf dat ze nog bij een andere wagen hebben proberen inbreken (van een niet-duiker). Midden op de dag dus. Alles is doorgeseind bij de politie, maar men weze hierbij toch gewaarschuwd. We zijn als duiker een te gemakkelijke prooi, als je iets of iemand verdacht ziet, bel dan onmiddellijk de politie! De duik zelf dan: veel leven, en heel veel eieren! Vooral de Wulken hebben hun best gedaan. En ze zijn nog niet gestopt. Op één plek vond ik misschien wel meer dan vijftig(!) eikapsels bij mekaar. Ook de Boompjesslakken laten zich niet schuren. Bij de tweede pijler vind je overal eiersnoeren tussen de Tubularia. Tussen de Geweisponzen zit het dan weer vol van de eieren van de Slakdolven. De zeedonderpadden hebben ook al nesten en de Snotolven gaan er binnenkort aan beginnen. Al bij al dus meer eieren in de winter dan met Pasen... Verder zag ik nog kleine Luciferslakjes, Heremietkreeften, en een eenzaam Slakdolfje. Die zien er altijd zo triestig uit met hun opgeklapte staart. Misschien heb ik er vroeger niet zo extreem naar gezocht, maar ik heb toch de indruk dat er deze winter bijzonder veel Slakdolven zijn. Met een mooi zonnetje vertrokken aan de Zeelandbrug en in de bewolking en mist toegekomen bij Dreischor. Het gebeurt niet vaak, maar gisteren was dit zo. Toch maar eens gaan kijken of er al zeedonderpadden met nesten waren bijgekomen. Dat was echter niet het geval. Ik moest mijn beurt afwachten omdat er een andere fotograaf die ene prachtig gekleurde zeedonderpad met eitjes aan het fotograferen was. Dan maar even wat anders gaan fotograferen. Na een half uurtje was het dan toch mijn beurt. Mijn vreugde was echter van korte duur. Na de derde foto zag ik door de zoeker een bekend lichtje knipperen: lege batterij...
Vandaag deed ik niet de eerste duiken van het jaar, dat was vorige week al, maar nu wel een eerste verslagje. Bij Sint-Annaland was de zichtbaarheid onder water stukken beter. Vorige week amper 2 tot 3 meter, vandaag zeker 5 tot 6 meter. De Wulken zijn nergens meer te bespeuren en buiten enkele Heremietkreeften en heel veel Hooiwagenkrabben heb ik echter niets beters te melden. Ik vond geen enkele zeedonderpad en de Snotolf die er zou zitten liet zich ook niet zien. Gelukkig was het iets beter bij Dreischor. Daar vond ik wel twee zeedonderpadden waarvan één met nest. Vorig jaar rond deze tijd zaten er meerdere. Misschien spelen de minder koude temperaturen een rol en dus is het wachten geblazen. Van blazen gesproken, de Gewone zeedonderpad met nest had prachtige paaikleuren en was heel de tijd over de eitjes aan het blazen. Dat blijkt heel vermoeiend te zijn want na al dat hard labeur begon hij te geeuwen. Verder hield ik me ook wat bezig met wat snootopnames in combinatie met een groene achtergrond. De lens die ik hiervoor gebruik is de Sigma 17-70mm F2.8-4 DC macro OS HSM. Dat is een zoomlens die ideaal is om zowel dichtbijopnames te maken en ook een redelijke breedhoek heeft. Met de snoot belicht ik enkel het hoofdonderwerp en door de sluitertijd van 1/60ste hou ik de achtergrond groen. Voorwaarde is wel dat de camera goed naar boven gericht is. Andere foto's vind je hier.
Om het jaar goed af te sluiten stonden er nog drie duiken op het programma. De eerste was bij Sint-Annaland. Alhoewel de wind pal op de kant stond, viel de zichtbaarheid onder de waterspiegel best mee. Op verscheidene plaatsen waren er eiafzettende Wulken te zien. Een mooi gekleurde Groene zeedonderpad deed z'n best om op te vallen, terwijl een Veranderlijke steurgarnaal er alles aan deed om uit het zicht te blijven. Daarna ging het richting Den Osse aan het Grevelingenmeer. Daar was het water glashelder tot een meter of vijf, dieper werd het al snel veel slechter. Dan maar het ondiepe deel afgezocht, maar veel meer dan wat Groene wierslakjes waen er niet te bespeuren. Gelukkig liet deze kreeft zich uitvoerig fotograferen. Als afsluiter dan maar naar de Zeelandbrug om er Slakdolven te gaan zoeken. Het was wel hoogtij en dan is de zichtbaarheid altijd veel minder goed dan bij laagtij. De eerste meters werd dat al meteen duidelijk. Met amper een halve meter zicht en redelijk wat stroming was het niet makkelijk om ook maar iets te spotten. Door de zoektochten van de afgelopen weken wist ik echter precies waar ik moest gaan zoeken. Hieronder staat het resultaat.
De zoektocht naar de Slakdolf was al enkele weken bezig, maar het was me nog niet gelukt om er eentje te vinden. Deze vreemd uitziende vis die tot de orde van de Schorpioenvisachtigen behoort, ligt vaak met opgerolde staart op de bodem. In de meer dan twintig jaren dat ik in Zeeland duik had ik nog maar één keertje het genoegen gehad om 'm te ontmoeten. Dat was eerder dit jaar in het Grevelingenmeer. Ondanks de berichten dat er de voorbije weken op verscheidene plaatsen meerdere Slakdolven gezien waren, had ik nog geen geluk gehad om er eentje te ontmoeten. Eergisteren was het dan toch eindelijk prijs. In de buurt van de tweede pijler bij de Zeelandbrug stuitte ik op de zanderige bodem op dit mooie exemplaartje. Bij Scharendijke vond ik nog een mooie Zeedahlia van wel zeker vijftien centimeter doorsnede. Rond tien meter diepte zag ik ook nog enkele Rosse sterslakken. De zichtbaarheid was op beide duikstekken niet geweldig, maar dat kon ook niet anders na de storm van de voorbije week.
|
Nieuw op de websiteCategorieën
Alles
|