Vandaag ging ik als eerste te water bij de Bergse Diepsluis. Na korte tijd kwam ik enkele Sepia's tegen. Vroeger waren deze prachtige dieren enkel in het voorjaar te bewonderen, maar de laatste jaren komen ze ook in de zomermaanden voor, al zijn ze nu wel veel kleiner dan toen. Al snel kwamen er kapers op de kust. Twee mannetjes hadden ook wel zin om met het vrouwtje te paren, maar dat zag de jaloerse echtgenoot niet zitten. Met regelmaat kwam het tot een handgemeen. Het duurde dan ook niet lang vooraleer beide partijen zich begonnen op te winden. Het handgemeen ging over in een kort maar hevig gevecht tussen twee mannetjes. Uiteindelijk moesten de twee indringers het onderspit delven en dropen met hangende "armen" af. Ik maakte nog een ommetje langs een eenzaam zeepaardje en toen ik terug voorbij de plek van de Sepia's zwom waren ze allemaal verdwenen.
0 Comments
Close Focus Wide Angle of kortweg CFWA is een fototechniek waarbij de onderwaterfotograaf het onderwerp zo dicht mogelijk in beeld brengt door middel van een fish-eye of ultra groothoeklens te gebruiken. Hierdoor krijg je een vertekend beeld waardoor kleine onderwerpen veel groter lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Het levert vaak spectaculaire beelden op waarbij je de hele omgeving op de achtergrond kan zien.
Op zaterdag 29/04/2023 geef ik hierover een uiteenzetting tijdens de Thema fotoduik aan de Bergse Diepsluis. Meer info en inschrijvingen vind je hier. De eerste Thema fotoduik van het jaar zit er op. Aanstaande zaterdag om 10u volgt de tweede met als thema ‘fotograferen met kleurfilters’. Wil je je portfolio uitbreiden met trendy creatieve foto’s? Schrijf je dan nu in en kom de opgedane kennis meteen in de praktijk zetten.
Meer info : http://www.o-f-a.be/ In de wintermaanden zijn er op verscheidene plaatsen in de Oosterschelde weer volop Snotolven te vinden. Deze vissen zijn in de handel beter gekend als Lompvis. De eitjes worden verkocht als nepkaviaar. Het spijtige hiervan is dat de vrouwtjes hun buik opengesneden wordt terwijl ze nog leven om de eitjes eruit te halen. Dat is meteen de reden waarom ik dit niet eet en u het beter ook niet doet. Het zijn prachtige diertjes die in de wintermaanden naar de ondiepe kusten komen om zich voort te planten. Het mannetje komt eerst en maakt een plekje vrij voor het vrouwtje waar ze haar eitjes kan afleggen. Daarna verdwijnt het vrouwtje weer en doet papa snotolf aan broedzorg. Gedurende weken eet hij amper iets en houdt het nest proper en beschermt het tegen indringers. De mannetjes krijgen in deze periode een mooi oranje-roze paaikleed zodat ze (van ver) een beetje lijken op een goudvis. Dit mannetje vond ik deze week bij de hangmosselculteren aan de Bergsediepsluis.
In de zomermaanden staat mijn agenda overvol. Er zijn dan veel aanvragen voor privé-opleidingen en workshops, maar ook evenementen die te maken hebben met duiken zoals de podcast van de Polygon seahorse. Dan waren er nog Thema Fotoduiken in Ekeren en de workshops 'Waterlelies fotograferen' die ik organiseer via de Onderwater Fotografie Academie en natuurlijk sprong ik ook nog in het water om zeepaardjes te gaan fotograferen in de Oosterschelde. Al die foto's moeten verwerkt worden en soms probeer ik er een mooi artikel over te schrijven voor publicatie in een magazine. 'Last but not least' was er ook nog een weekje verlof aan de Belgische kust bij met het gezin. Het fototoestel ging natuurlijk ook mee. De zonsondergangen tijdens de zwoele zomeravonden op het strand waren magisch. Een goed gevulde zomer, zoals ik ze graag heb...
Momenteel is het erg druk aan de Bergse Diepsluis. Dat komt omdat Facebook wordt overspoeld door de mooiste foto’s van snotolven die zich ophouden bij de mosselhangculturen. Eigenlijk zijn het maar Snotolfjes, want het zijn kleine jonge mannetjes die aan het wachten zijn tot er een vrouwtje langskomt. Bij de hangculturen is het meestal goed vertoeven in helder water, want mosselen zijn bijzonder krachtige filteraars. Openstaande mosselen zijn op zich al een mooi schouwspel, maar andere dieren zoals zakpijpen, anemonen en kokerwormen zijn er goed vertegenwoordigd. Wieren en sponzen geven het geheel een tropische aanblik. Niet alleen de touwen waar de mosselen aan hangen, maar ook de boeien en tonnen zijn rijkelijk begroeid met allerlei organismen. Ondanks er soms wel wat deining staat, vinden snotolven het wel een aangename plek om te vertoeven en wachten de mannetjes hoopvol op de komst van een vrouwtje. Net zoals bij de zeedonderpadden doen de mannetjes het zware werk: ze bereiden een plekje voor waar het vrouwtje haar eieren kan afzetten en eens dat gebeurd is, beschermen ze het eilegsel en voorzien het regelmatig van zuurstofrijk water door er op te ‘blazen’. Dat doen ze wekenlang tot de eitjes uitkomen. Veel duikers hebben ondertussen al de hangculturen bezocht, maar weinigen weten dat er drie Snotolf-mannetjes op één lijn zitten. Of ze worden niet altijd gevonden. Je kan er zomaar voorbijzwemmen wanneer het diertje zich tussen de wakamé-wieren verstopt heeft of zich net aan de andere kant van de boei schuilhoudt. Het eerste mannetje is een mooi oranje exemplaar dat een erg fotogenieke plek heeft uitgekozen. Hij zit vaak bovenop een boei die zo’n 3 meter onder het wateroppervlak hangt. De bovenkant van de boei is mooi versierd met blaaswier. Het is niet altijd gemakkelijk om er een mooie foto van te nemen omdat er altijd wel een blad of stengel in de weg hangt en als je iets te dicht komt, draait het diertje altijd naar de andere richting. Maar geduld wordt beloont en als je er een tijdje bent en de nodige afstand bewaard, kan je er heel mooie plaatjes schieten. Het tweede mannetje ligt even verderop en heeft een heel andere paaikleur. Dit mannetje is fel donkerrood en zwemt graag omhoog langs de lange wieren die op zijn boei staan. Zijn nest is klaar en hij gaat er ook vaak naartoe om wat onderhoudswerken uit te voeren. Hij laat zich ook niet graag fotograferen en draait zich vaak weg van de lens. Soms laat hij zich net als de anderen wel eens verleiden om wat verder weg te zwemmen van zijn boei. Dan gaat hij een Zeedruifje opsmullen en zwemt onmiddellijk terug. Het derde mannetje zit enkele boeien verder en heeft ook een fel oranje kleur. Hij houdt er van om rondjes om zijn boei heen te zwemmen en gaat af en toe naar een nabijgelegen oppervlakteboei, waar hij zich bij de mosselen schuilhoudt. Dat snotolven verschillende karakters hebben kan je zien aan hun gedrag. De ene is al wat opvliegender dan de andere. Dit exemplaar laat zich goed benaderen zolang je maar rustig aan doet. Hij poseert dan graag voor je. Als je dan je fish-eye lens opstaan hebt en de hele boei met snotolf inclusief het zonnetje op de achtergrond in beeld kan brengen, dan stap je met een brede glimlach uit het water. Nog een tip: ga liefst met hoog water. Dan is het gemakkelijk om bij de hangculturen in en uit het water te gaan zonder je benen te breken. Met laag water vertrek ik altijd aan de trap. Op een kwartiertje ben je bij de hangculturen. Let ook op dat er geen vissers aan het werk zijn. Tussen de kant en de mosselhangculturen liggen er fuiken van kreeftenvissers. Meestal blijven ze niet lang en wacht je best even. Meer foto's vind je hier.
Het is weeral een maand geleden sinds ik hier iets gepost heb. Wat gaat de tijd toch snel! Dat is omdat ik eigenlijk nooit stilzit en ondertussen heb ik heel wat projecten afwerkt. Van eentje mag ik zelfs nog niks verklappen, maar van zodra het mag zal ik hier iets over schrijven. Begin april lag ik in het water bij de Zeelandbrug. Op het eerste zicht niet zo'n bijzondere duik. De zichtbaarheid was niet zo goed en buiten een mooie Groene zeedonderpad en veel Harlekijnslakjes was ik nog niet veel tegengekomen. Alhoewel ik ze waarschijnlijk al duizenden keren gefotografeerd heb, maak ik toch nog steeds tijd om wat foto's te nemen van de harlekijntjes. Hun felle gele strepen geven kleur aan de soms saaie bodem en ze vallen dan ook meteen op als je er voorbij zwemt. Sommigen zijn zo klein (+/- 1cm) dat ik mijn Nauticam CMC voorzetlens gebruik voor mijn Nikkor 60mm micro lens en de camera ook nog eens op de crop-stand zet. Dan kan ik ze beeldvullend weergeven. Ik zoek er dan eentje uit die ergens bovenop zit zodat de achtergrond niet stoort. De belichting is met een Retra flitser met snoot gedaan. Bij het einde van de duik hang ik altijd nog wat rond de eerste pijler. Daar is er al veel Tubularia te zien waar er kleine vlokreeftjes zitten. Geen gemakkelijk onderwerp om in beeld te brengen omdat ze altijd staan te wapperen in de stroming. De vlokreeftjes werken ook niet altijd mee, maar onderstaand diertje poseerde mooi voor de lens. Net toen ik er na 120 minuten de brui aan wou geven zag ik een Harlekijnslakje op de steel van een Tubularia klimmen. Toen ik door de zoeker keek, zag ik ook nog 2 vlokreeftjes zitten. Hier moest ik voor stoppen! Het was een hele klus om ze er allemaal samen scherp op de foto te krijgen, maar uiteindelijk lukte het wel en kon ik het water met een goed gevoel verlaten. Het was toch weer een prima duik. Een dag later lag ik terug in het water. Zoet water deze keer, en ook heel wat minder koud. Ik had afgesproken in TODI, het indoor duik- en snorkel centrum te Beringen, om er met model Merel te gaan oefenen voor het wereldkampioenschap onderwaterfotografie dat gaat plaatsvinden in september bij Tenerife. We hadden nog nooit samen gedoken en Merel had nog nooit model gespeeld voor een wedstrijdfotograaf. Dus eerst een uitgebreide briefing en dan het water in. En wat bleek? Merel was een natuurtalent. Van bij de eerste foto's kon ik meteen gerust zijn, want ze deed het meer dan voortreffelijk. Soms lijkt het er op dat zo'n duikster daar maar wat hangt op de achtergrond, maar niets is minder waar. Alles is gepland: waar ze moet hangen, de positie van benen, armen, duiklamp, naar waar ze moet kijken tot en met het materiaal: niet teveel slangen of een fluo geel duikpak om op te vallen. Al deze zaken zijn van belang en ieder detail telt mee. Onder water kunnen we daarover communiceren aan de hand van duiktekens. Het enige wat je niet in de hand hebt zijn de onderwaterbewoners. Die werken niet altijd mee en dus moet je soms geluk hebben of het juiste moment afwachten zoals bij de foto's hieronder. Omdat je het ijzer moet smeden als het heet is lagen we binnen de week nog maar eens in het water. Deze keer om de puntjes op de i te zetten, zeg maar. Kleine dingetjes werden nog aangepast en nieuwe dingen werden uitgeprobeerd. Tenslotte moet je je goed voorbereiden om aan zo'n wereldkampioenschap mee te doen. Het is zeker een voordeel als het zonnetje schijnt. Dat is in elk water zo. Niet alleen heb je dan meer licht onder water, maar de zonnestralen geven het geheel altijd een magisch tintje. En ook de helderheid van het water maakt het mogelijk om het model wat verder in beeld te plaatsen. Aan helder water geen gebrek bij TODI. Op onderstaande foto lijkt het net alsof er een UFO boven onze hoofden neerstrijkt, het is echter gewoon het dak van het gebouw. Aan vissen ook geen gebrek bij TODI, soms zijn het er zoveel dat het mikken wordt om ze allemaal op de juiste plek te hebben. Alleszins wil je als fotograaf dat er geen vis komt paraderen voor je model. Ik zou hier nog enkele uren kunnen doorgaan met foto's te tonen, want ik heb er heel wat genomen tijdens die twee sessies, maar mocht je er nog niet genoeg van gekregen hebben, dan kan je hier in het TODI album nog meer plaatjes bekijken. Hieronder nog een zeldzame foto. Ik neem niet vaak selfies (of een "ussie" zoals Merel het noemt...), omdat ik liever aan de andere kant van de camera sta of lig, maar deze vond ik wel een leuke afsluiter ;-) Enkele dagen geleden lag ik dan nog eens in het zoute water van Zeeland. Het was weeral 2 weken geleden en dan begin ik altijd uitdrogingsverschijnselen te vertonen... Er waren pijlinktvissen gespot en daar moest ik natuurlijk heen. Jammer genoeg zit "de bloei" er momenteel in. Dat maakt groothoekfotografie er niet makkelijk op en ook de pijlinktvissen zijn behoorlijk schuw. Dat maakt ze moeilijk te benaderen. Met heel wat geduld en na twee duiken kwam ik toch terug boven water met enkele aanvaardbare foto's. Wat zijn het toch prachtige diertjes. We moeten ze met de grootste omzichtigheid benaderen en ik hoop dan ook dat ze de komende dagen en weken niet onder de voet gelopen worden van de vele duikers die ze willen bewonderen. Ik gun het iedereen om ze "live" aan het werk te zien, maar wees voorzichtig en hou je afstand, dan kan iedereen er van genieten! Meer foto's uit Zeeland vind je hier.
Ieder jaar in mei kijkt menig duiker er naar uit: de Sepia's! Vanuit de Golf van Biskaje komen deze inktvissen terug naar hun geboortegronden om zich voort te planten. Afgelopen dinsdag was ik er naar op zoek bij de Bergse Diepsluis. Na een uitgebreide zoektocht kwam ik een koppeltje tegen. Na enkele korte pogingen van het mannetje om te paren, lukte het hem uiteindelijk dan toch. Het liefdesspel bij Sepia's duurt maar even, maar herhaalt zich iedere keer als er eitjes moeten bevrucht worden. Uiteindelijk moet je wel een beetje geluk hebben om op het juiste moment aanwezig te zijn. Hopelijk volgen er nog meer koppeltjes de volgende weken, want elk jaar lijken het er miner en minder te worden. Worden ze gevangen genomen of blijven ze op hunweg door de Oosterschelde ergens hangen? Geen idee, maar het zou jammer zijn mochten deze speciale diertjes hun geboortegronden niet meer bereiken. Meer foto's vind je hier.
Wat gaat de tijd tegenwoordig snel! Het is inmiddels weer bijna 3 maanden geleden dat ik nog een bericht geplaatst heb en daar is een goede reden voor: ik heb niet veel meer in het water gelegen! De afgelopen 25 jaren is me dat niet vaak overkomen, maar nu was er daar een goede reden voor, namelijk de geboorte van onze dochter Océane. Jawel, u leest het goed en voor alle duidelijkheid: ik mocht de naam kiezen! Océane werd pas begin september verwacht, maar kon niet meer wachten en sprong er op 22 juli al uit. Onderstaande foto nam ik nog in juni tijdens een shoot in het bad. En als u zich afvraagt hoe we dat water zo wit kregen dan is het antwoord daarop: melk! De bloemen en de bladeren waren trouwens echt. Net voor het grote gebeuren lag ik bij Strijenham aan de Oosterschelde nog bij enkele honderden Steenslijmvisjes (Lipophrys pholis). Die waren erg actief op zoek naar voedsel en gingen meermaals de confrontatie met de krabben aan. Wat een lefgozers! Het mooiste moment was toen er drie Steenslijmvisjes op een rij gingen liggen. Ik mikte met mijn snoot boven het middelste visje in de hoop de twee anderen er ook op te krijgen. Bij de Bergse Diepsluis toonde mijn buddy Frank Visser een mooie Groene zeedonderpad (Taurulus bubalis). Bedankt voor de vondst! Er zwommen die dag veel Oorkwallen (Aurelia aurita) en Kompaskwallen (Chrysaora hysoscella) rond. Ik spendeerde heel wat tijd om de kwalvlooien (Hyperia galba) die zich in deze kwallen bevinden te fotograferen. Een werkje waarvoor je veel geduld moet hebben. Begin augustus lag ik dan nog eens in het water om samen met vrijduikers Bart en Sophia wat te oefenen voor het tweede luik van het Open Belgisch Kampioenschap. Dat gaat door in zoet water tijdens de tweede week van september. Natuurlijk kan ik daar nog niet veel over tonen, want ik wil niet teveel in mijn kaarten laten zien. De concurrentie loert mee ;-) En zo is de zomer razendsnel aan het voorbij vliegen. Ik pendelde voortdurend tussen werk en ziekenhuis, want Océane moest nog enkele weken op de afdeling neonatologie verblijven, maar bij de geringste kans profiteerde ik er van om in het water te springen. (Iets dat mijn dochtertje trouwens ook al graag doet...) Enkele dagen geleden kreeg ik nog eens zo'n kans en trok ik naar de Zeelandbrug. Wat was het zalig om nog eens in het zilte nat te vertoeven bij een heerlijke watertemperatuur van 20°C en een uitstekende zichtbaarheid. De jonge Zeekatjes zijn alom tegenwoordig. Behalve de Bruine plooislakken kon ik geen naaktslakken vinden, maar dat kon de pret niet bederven. Er waren genoeg andere onderwerpen te vinden, zoals onderstaande pubers... Tot slot vond ik nog een zeepaardje. Ik maakte er in Photoshop een dubbelopname van. De perfecte afsluiter van een ongewone zomer. Meer foto's vind je hier.
Het is weer zover: de Sepia's zijn in Zeeland toegekomen! Het was weer even wachten, maar sinds kort zijn er op internet al ettelijke foto's en filmpjes de revue gepasseerd. Ik was er nog niet aan toegekomen om zelf een kijkje te gaan nemen omdat ik voor het OBK mij vooral gericht had op het Grevelingenmeer. Dus trok ik gisteren rond de middag naar de Bergse Diepsluis. Ik had een hele horde duikers verwacht, maar er stonden slechts een tiental auto's op de parking. Dan maar meteen het water in. De wind stond echter schuin op de kant waardoor het water een bruine kleur had. Dat beloofde niet veel goeds. Na enkele meters doorheen het ondiepe water begon de zichtbaarheid beter te worden. Vrij snel kwam ik een hele tros Pijlinktviseieren tegen die afgezet waren tussen de wilgentakken. Op weg naar het oosten kwam ik nog heel wat takken tegen, echter nergens Sepia's of Pijlstaartinktvissen te bespeuren. Dan maar terug naar het westen gezwommen langs het platform waar ik de Zeedahlia nog eens een bezoekje bracht. Na een tiental minuten westwaarts palmen, kwam ik de eerste stokken tegen. Die waren flink begroeid met allerlei soorten zakpijpen. Ik probeerde verschillende dieptes uit en zwom zelfs helemaal terug oostwaarts in een tweede poging om iets van inktvissen waar te nemen. Maar hoe ver en hoe lang ik ook zwom, nergens was er een levende ziel te bekennen. Dat was enkele jaren geleden wel anders. Toen had ik soms zes tot negen sepia's op één foto. Enigszins teleurgesteld verliet ik na twee uren het water. Dan maar een tweede poging bij de Zeelandbrug. Het was al avond en voor het laagwater getij stonden al redelijk wat duikers klaar om het water in te gaan. Ik maakte me vlug klaar en vertrok een dik halfuur te vroeg. De stroming viel best mee en na vijf minuten vond ik een andere onderwaterfotograaf die bij enkele Sepia's lag. Ik legde me er voorzichtig bij. Al snel kwam het tot een conflict tussen twee rivaliserende mannetjes Sepia's. De reden was het vrouwtje dat onder het ene mannetje hangt (zie foto hierboven). Daar wou het opdringerige mannetje wel eens mee paren. Zoals gewoonlijk mondde het uit op een korte krachtmeting tussen de mannetjes. Doordat ik een trage sluiterijd had ingesteld heb ik er spijtig genoeg geen scherpe foto's van kunnen nemen. Tenslotte was het al tegen 21 uur aan en het daglicht begon langzaam te verdwijnen. Even later kwamen de andere duikers toe en was het gedaan met het goede zicht. Sommigen kwamen letterlijk hun camera voor mijn neus houden en schenen met felle lichten op de Sepia's. Natuurlijk zijn die beestjes daar niet van gediend en het duurde niet lang vooraleer er geen enkele Sepia nog te bespeuren viel. De zichtbaarheid was op sommige plaatsen ook al herleid tot nul. Dan maar een toertje gedaan. Na een tijdje kreeg ik een vrouwtje in de gaten. Ik legde me er voorzichtig bij en kon haar tot op enkele centimeters benaderen. Maar ook hier kwamen er al snel andere duikers op af die het diertje wegjoegen. Zo ging het nog een tijdje voort tot de meeste duikers het strijdtoneel verlieten. De rust keerde weer en de Sepia's ook. Vanaf dan klaarde het water terug uit en leek het er op dat de Sepia's zich meer op hun gemak voelden. Soms moest ik zelfs achteruit zwemmen omdat ze zo dicht in mijn richting kwamen. Uiteindelijk telde ik toch maar een vijftal exemplaren. Dat is ooit bij de brug anders geweest. Wat is er toch gaande met de Sepia's? Worden ze weggevist? Of komt het - zoals iemand onlangs vertelde - door de windmolens op zee, waar de diertjes ook een basis vinden om hun eieren af te zetten? Eigenlijk zijn er nu veel te veel duikers voor veel te weinig Sepia's. Dat kan zo niet blijven doorgaan. Als ik terugdenk aan de periode dat het Zeepaardje bij de brug gesignaleerd was en hoe dat ene diertje belaagd werd door honderden duikers, dan weet je op voorhand dat zo'n scenario's zich niet al te vaak kunnen herhalen. Ik hoop dan ook op betere tijden waar we terug meer van deze wondermooie diertjes zullen te zien krijgen. De grootste wens koester ik echter op het gebied van het ecologische bewustzijn bij duikers. Zonder hier de moraalridder te willen uithangen, hoop ik dat er in de duikopleidingen voldoende aandacht zal worden besteed aan hoe voorzichtig we met deze en andere dieren moeten omgaan. Wat ik soms zie grenst aan het ongelofelijke. Dan lijkt het net of er geen grenzen meer zijn om aan een goed beeld te komen. Een goed natuur foto- of videograaf moet er zich bewust van zijn dat het dier niet of zo weinig mogelijk mag gehinderd worden. Trouwens, het is pas dan dat de beste beelden gemaakt worden! Wanneer het stof opklaart...
Meer foto's vind je hier. Het is weeral eventjes geleden dat ik nog iets neerpende en het klinkt cliché, maar ik heb tijd tekort! Daarom vat ik in één berichtje samen wat ik de voorbije weken gedaan en gezien heb. Begin april begon vrij rustig met een mooi duikje bij Den Osse waar ik nog eens een Zeedahlia-toertje maakte langs deze prachtige bloemdieren. Vooral onderstaande foto waar het licht dwars doorheen de dahlia lijkt te gaan vond ik wel bijzonder. De week erna kregen we een bericht dat er een speciaal naaktslakje gespot was bij Scharendijke: het Groene rolsprietslakje. Samen met de twee andere musketiers (lees: duikers) gingen we op zoek naar een speld in een hooiberg. Toch gebeurde het onverwachte: Gino vond er eentje in ondiep water en desondanks dat hij zelf geen foto meer kon nemen haalde hij ons erbij. Toch een vriendelijke jongen hoor. Bedankt Gino! In de buurt vond ik nog een garnaal tussen de wieren en het tafereel deed me denken aan de lente. Garnalen zijn er trouwens volop te vinden. Bij de Zeelandbrug vond ik er eentje die heel stil bleef zitten. Ik kon het diertje zo dicht benaderen dat ik hem of haar recht in de ogen keek. Van de brug gesproken: de zichtbaarheid viel er de afgelopen weken mee. Misschien daarom dat de Slanke waaierslakken mekaar vonden en er zich hele orgieën afspeelden op de bodem van de Oosterschelde. Vorige week waren ze nog steeds druk bezig en ging ik ze terug lastig vallen. Ik denk dat ik nu stilaan genoeg foto's van Slanke waaierslakken heb ;-) Niet alleen de ogen van garnalen boeiden me plots, ook de ogen van de Fluwelen zwemkrab en heremietkreeft moesten er aan geloven. Verder probeerde ik nog iets uit met een Zeeanjelier en tegenlicht en wou ik vooral de stam goed uitgelicht zien zodat je er dwars door kon kijken. Wel interessant wat er daar allemaal te zien is... Afgelopen maandag gaf ik een masterclass in de lokalen van Hugyfot. Ik had het over een stokpaardje van mij: snootfotografie. Het werd een leuke avond met een geboeid publiek. De dag erna lag ik alweer in het water en dit keer had ik mijn groothoeklens opgezet. Niet meteen de beste keuze, want de zichtbaarheid viel wat tegen, maar ik heb inmiddels al wat ervaring in moeilijke omstandigheden en ik kan ook wat photoshoppen ;-) De kwallen vlogen me rond de oren en uit een Zeeappel kwam er rook! Die zorgde waarschijnlijk voor het nageslacht. Dit fenomeen was ik bij de Zeeappels nog niet eerder tegengekomen. En nu heb ik u nog maar een klein gedeelte van de voorbije weken verteld en laten zien. Maar dat was meteen ook het meest relevante nieuws! De rest bespaar ik u en voor diegenen die er niet genoeg van krijgen: hier staan er nog meer foto's.
Afgelopen dinsdag ben ik nog eens een kijkje gaan nemen bij de Bergse diepsluis. Daar zijn er de voorbije weken volop stokken op de bodem geplaatst die de Sepia's moeten helpen bij het afzetten van hun eieren. Er waren enkele berichten over een slechte zichtbaarheid wegens algenbloei in het water, maar ik vond de zichtbaarheid toch heel goed meevallen. Sommige stokken die vorig jaar geplaatst waren, bleken ondertussen mooi begroeid. Ik kon echter geen enkele Sepia spotten, dus profiteerde ik er maar van om enkele groothoekopnames te maken. De tweede duik ging ik de andere kant uit. Daar experimenteerde ik wat met de snoot en de fish-eye lens. Dankzij buddy Marlène vonden we nog een prachtige Snotolf. Die hadden we zo laat in het seizoen niet meer verwacht. Het diertje liet zich goed fotograferen en omdat we beiden een fototoestel bijhadden gingen we elk om beurt aan de slag. Als afsluiter doken we nog bij Anna Jacoba polder. Daar was de zichtbaarheid een stuk slechter. We kwamen vele Millennium naaktslakken tegen waarvan onderstaand exemplaar eitjes aan het afzetten was. Meer foto's vind je hier.
Voor het Open Belgisch Kampioenschap onderwaterfotografie (OBK), heb ik afgelopen dinsdag en woensdag 650 minuten in het Zeeuwse water gelegen. Zo'n wedstrijd ter plaatse wordt ook wel Shoot Out genoemd. Er zijn in totaal 4 keer 2 dagen dat de wedstrijd doorgaat, 2 keer in Zeeland, eentje in de steengroeve van Vodelée en de laatste in domein Muisbroek , beter gekend als de Put van Ekeren. Ik startte mijn eerste duik op dinsdag rond 7 uur 's ochtends bij de Bergse Diepsluis. Al tijdens de eerste meters besefte ik dat ik beter geen fisheye-lens had opgeschroefd, maar ik zwom toch verder tot aan het platform. Onderstaande foto doet vermoeden dat de zichtbaarheid wel meeviel, echter het was niet veel meer dan één tot anderhalve meter. In zo'n geval trek ik mijn flitsers erg naar achter, gebruik ik diffusers en dim ik de flitskracht tot bijna nul. Ook de slaveflitser die ik op het platform had geplaatst dimde ik zoveel mogelijk en richtte ik naar beneden toe. Ik ging nog langs de Sepiastokken langs, maar de Sepia's zelf gaven niet thuis. Dan maar snel naar het Grevelingenmeer waar de zichtbaarheid een stuk beter was. Ik hield de fisheye-lens er nog even op en nam enkele foto's van mezelf omdat ik geen model bijhad. Ik kan ze hier spijtig genoeg niet laten zien, want de foto's die ingediend zijn voor de wedstrijd mogen volgens het reglement nergens gepubliceerd worden voor de uitslag. Daarna ging ik te werk met de 60mm macro lens. Onderwerpen genoeg en één van de eerste foto's die ik nam was een beeld van twee zakpijpen omgeven door kolonievormende zakpijpen (Botrylloides diegensis). Daarna kwam ik in een soort van artistieke roes terecht of was het misschien een vorm van ondiepe stikstofnarcose en begon ik gedurende meer dan een half uur een veertje te fotograferen. Dat viel echter niet mee, want zo'n ding is nogal onderhevig aan opwervelingen van het water. Bij de minste beweging fladderde het er op los. Na meer dan dertig foto's was ik wel blij met onderstaand resultaat. Gelukkig duurde de waanzin dan ook niet langer en ging ik op zoek naar het volgende onderwerp. Ik richtte mijn snoot op een kreeft die het hele zaakje niet vertrouwde en angstig naar boven keek. Uit ervaring weet ik dat je met wat geduld toch héél dichtbij kan komen. Kreeften zijn namelijk heel nieuwsgierig van aard. Na vier duiken hield ik het voor gezien nadat de wind fel was komen opsteken en de zichtbaarheid in het ondiepe tot bijna nul herleidde. De volgende ochtend ging ik vullen bij Sub Ocean Services in Oud-Vossemeer. Daar hoorde ik van Koos dat hij toch nog Sepia's gezien had bij de Bergse Diepsluis. Dus toch nog maar eens een kijkje gaan nemen. Ik had de macro lens al op staan, dus werd het eerst een zoektocht naar klein spul. Al gauw vond ik onderstaand kereltje die het leuk vond om regelmatig tot op mijn toestel te komen zwemmen. Ik leidde hem dan elke keer heel voorzichtig naar het Wakamé wier, waar zijn thuis was. Hier aan de Bergse Diepsluis vind je in deze tijd van het jaar voldoende onderwerpen om te fotograferen. Het is alleen een kwestie van goed rond te kijken. Ondertussen had ik één Sepia koppeltje gespot en was ik na 150 leuke onderwater minuten de fisheye-lens gaan halen. Ze samen op de foto krijgen was onbegonnen werk , want van grote liefde tussen die twee was er absoluut geen sprake meer. Het mannetje liet zich niet benaderen, maar het vrouwtje zag me blijkbaar wel zitten. Ze liet zich uivoerig fotograferen als een volleerd model. Ondanks haar kleine gestalte kon ik ze heel dicht benaderen. De zichtbaarheid was - in vergelijking met de dag ervoor - uitstekend. Ze liet me een half uurtje met haar spelen en toen vond ik het zelf welletjes geweest. Ik wou haar echtgenoot niet te jaloers maken... Op de terugweg kwam ik nog wat oude, begroeide stokken tegen. Ik vond ze ook de moeite om op de plaat te zetten. Een mooie afsluiter van twee dagen noeste arbeid. Wat kan het leven soms zwaar zijn; gelukkig was ik in een artistieke roes...
Neen, niet de verse maatjes, maar de Sepia's of Zeekatten. Ieder jaar keren ze naar hun geboortegronden terug om zich voort te planten. Gedurende de rest van het jaar verblijven ze in de diepere wateren van de Noordzee. Wanneer het water een temperatuur van ongeveer 12 graden heeft, komen ze naar de ondiepere kustwateren waaronder ook de Oosterschelde. Zeekatten zoeken plaatsen waar ze hun eitjes gemakkelijk kwijt kunnen. Daarom plaatsen duikers takken op de bodem zodat ze die plekken verkiezen en er daar dan gedurende enkele weken blijven rondhagen. Het lokt ieder jaar vele duikers die de diertjes en hun gedrag gaan bewonderen.
Door de harde wind van de afgelopen week beloofde de zichtbaarheid in de Oosterschelde niet veel goeds te worden. Eigenlijk had ik maar één wens en dat was voor het einde van het jaar nog eens een Slakdolf tegenkomen. De eerste winterprik was afgelopen weekend uitgedeeld en Zeeland lag gedeeltelijk onder een wit sneeuwtapijt. Tijd dus om boven water nog eens de camera te voorschijn te toveren. De planning was om eerst naar Dreischor te gaan duiken en daarna aan de Zeelandbrug. Om van het mooie winterlanschap te genieten reed ik langs de Oesterdam en vanaf toen stopte ik bijna elke vijftig meter om een foto te nemen. Zo ging het dus niet echt vooruit, maar ik was op tijd vertrokken en kon zo'n mooie plaatjes toch niet links laten liggen. Al de dieren die meestal goed gecamoufleerd in het landschap verborgen zijn, vielen nu heel erg op in het witte decor. Dichtbij komen was echter niet mogelijk. Ik moest mijn 300mm telezoom lens gebruiken. Na anderhalf uur rondtoeren kwam ik bij Dreischor parking aan. Er kwamen net duikers uit het water die me vertelden dat er nog geen zeedonderpadden te zien waren. Misschien was het nog een beetje te vroeg, want vorig jaar deze tijd waren ze er ook nog niet. Het was pas in januari van dit jaar dat we de eerst donderpadden zagen. Dan maar de duikspullen terug ingepakt en nog een toertje gemaakt alvorens naar de Zeelandbrug te rijden. Bij Heerenkeet ben ik afgeslagen om er langs de inlagen te rijden tot aan Schelphoek. Het werd tijd om kopje onder te gaan, dus dan maar terug richting Zeelandbrug. De wind stond gunstig vanuit het noordwesten, wat de instap in het water vergemakkelijkte. De zichtbaarheid viel echter tegen. Met maximaal een halve meter zicht werd het moeilijk om iets te vinden, laat staan een deftige foto er van te nemen. Na bijna een uur duiken vond ik eindelijk "mijn" Slakdolf. Geen gevlekte of gestreepte, maar wel mooi genoeg om het duikjaar mee af te sluiten. Rest me enkel om u nog een gezond en vreugdevol nieuw jaar te wensen. Op naar nieuwe avonturen in een wereld waar nog zo veel te ontdekken valt.
|
Nieuw op de websiteCategorieën
Alles
|